| |
| |
| |
De Vlaamse Gids
Tweemaandelijks
Opgericht in 1905
Eindredactie: Frans Strieleman, Fernand Papon, Willem M. Roggeman, Marcel van der Bruggen
Beheer en Directie: Uitgeverij J. Hoste N.V., Korte Nieuwstraat 28, 2000 Antwerpen. - Uitgegeven in samenwerking met het Willemsfonds
Jrg. LIX, 6 nrs.Ga naar voetnoot1, telkens 76 pp.
| |
I. Poëzie
BRUGGEN, Nic van
Koninklijke Beerschot V.A.V., 5, pp. 49-51
Het stadion: ‘Zo zachtmoedig de extase van dit stadion’ p. 49 |
De elf: ‘Pronkzucht tekent hun sier, trots, waarde en’ p. 50 |
De wedstrijd: ‘Niets is mij dierbaarder dan de gedaante van’ p. 51 |
|
|
|
BRUYNSERAEDE, Marc
[Gedichten], 5, p. 48
‘Dakloos ben ik in mij’ |
‘Een januarilaan’ |
|
|
|
CAMI, Ben
Vijf gedichten, 2, pp. 13-17
‘De grond beeft. Geschut grommelt’ p. 13 |
‘De knaap zit in de klas, roerloos’ p. 14 |
‘Hij las nooit tussen de regels’ p. 15 |
De gek: ‘Hij heeft zich een hut gebouwd’ p. 16 |
De poëet: ‘Ik zwijg. Ik heb jaren’ p. 17 |
|
|
|
CARETTE, Hendrik
Ode aan het lijden, 1, p. 23
‘Oh die krekels in de velden’ |
|
|
|
CONINCK, Herman
Het jawoord, 1, pp. 18-22
‘misschien is er niet eens zoveel nodig’ p. 18 |
‘en 's nachts gingen we naakt zwemmen, we zwommen’ p. 19 |
‘ik sta in de hall en je warrelt’ p. 20 |
‘hoe lag ik aan’ p. 21 |
‘toen ik vanmorgen opstond had ik plots’ p. 22 |
|
|
| |
| |
D'HAESE, Maurice
Vijftien limericks en een koldergedicht, 4, pp. 20-22
‘Een schoorsteenveger uit Vier-Eken’ p. 20 |
‘Een dronkelap uit Pompernissen’ p. 20 |
‘Een lichtmatroos uit Kopenhagen’ p. 20 |
‘Een oude kween uit Mater’ p. 20 |
‘Een schaliedekker uit Tergraven’ p. 20 |
‘Op het strand van Scheveningen’ p. 21 |
‘Te Brussel op het Meeûspleintje’ p. 21 |
‘Een zekere K uit Moskawa’ p. 21 |
‘Een boer uit Zichenzussenbolder’ p. 21 |
‘Een gierigaard uit Asterheiden’ p. 21 |
‘De koster van Sint-Aldegonde’ p. 21 |
‘Een oud-consul te Usumbura’ p. 22 |
‘Een wilde papoe uit Samoa’ p. 22 |
‘Daar ging eens een man naar Ternaaien’ p. 22 |
‘Een hellebaardier uit Termeren’ p. 22 |
‘Aan het sas van Hakkedissen’ p. 22 |
|
|
|
GELDERBLOM, Arie
Een gemis, 4, p. 24
‘ik die geen weg vind in dit duister’ |
|
Iets zien, 4, p. 25
‘iets zien wat je eens zag en toch nooit zoals’ |
|
Any day now, any day now, 4, p. 26
‘niets bleef hem nog na die muziek dan koud papier’ |
|
Niets meer, 4, p. 27
‘niets dan het lied van de eeuwige heimwee’ |
|
|
|
JONG, Cees de
Kwela-Kwela (bantudans), 4, pp. 32-34
‘voor jou heeft het verzet maar’ |
|
Bruinmens, 4, p. 34
|
|
|
JOORIS, Roland
[Gedichten], 3, pp. 46-48
Gedicht: ‘je ziet het’ p. 46 |
Density: ‘Nevel. Zeg’ p. 47 |
Dwarsfluit: ‘als op een strootje’ p. 47 |
Sneeuw: ‘Het wit’ p. 48 |
Hiroshige: ‘tegen de wind’ p. 48 |
|
|
|
LASOEN, Patricia
Negen dode konijnen. Een drama, 3, p. 44
‘De konijnemoer heeft zeven jongen’ |
|
Soms gaat het beter over, 3, p. 45 |
|
|
ROGGEMAN, Willem M.
Eugenio Montale, Op de muur vol krassen. Vertaald door Willem M. Roggeman, 6, p. 50 |
|
| |
| |
TULKENS, Julia
[Gedichten], 1, p. 48
‘Ik hang in de boom’ |
‘Vergroeid in deze boom’ |
‘Ik draag mijn leed’ |
|
|
|
VAANDRAGER, C.B.
Now a traveller, 4, p. 28
‘Rooker, en ook andere stemmen (in andere kamers?) vluch-’ |
|
Here with the poet, 4, p. 29
‘As the poet needs, she comes to view’ |
|
Free Volendam / B.B.H.H.?, 4, p. 30
|
Psychadelia (voor Mud: ‘a flash in the sky’), 4, p. 31
‘Fantastic substances, yes, made by Me?’ |
|
|
|
WARREN, Hans
[Gedichten], 3, pp. 40-42
| Maanlicht: ‘Er komen nog zoveel manen’ p. 40 |
| Nu, ja: ‘Nu, ja. Weer wel. Ik heb gewacht’ p. 40 |
| Drie dichters, p. 41 |
1. | ‘Toen de dauw nog op zijn ogen lag’ |
2. | ‘Zijn bagage: hersens voor tien’ |
3. | ‘Hij zat in zijn eentje te spelemeieren’ |
| Het Italiaanse spreekwoord: ‘Zo ben je spoorloos, zo sta je’ p. 42 |
| Stroookje papier: ‘In een lege ruimte wanhopig gezocht’ p. 42 |
|
|
|
WINKLER, Kees
Gedichten, 6, pp. 46-48
Poëzie is luxe: ‘Een vrije avond met gezellig niksen’ p. 46 |
Geloof het sprookje toch niet langer: ‘De Russen moeten we niet, dat is duidelijk’ p. 47 |
Beterschap: ‘Als er iets verkeerd is gegaan’ p. 47 |
Kosmologie: ‘Door een zonnestraal lichten stofdeeltjes op’ p. 48 |
Na mijn dood: ‘Ik lig nu voor een gulden bij de Slegte’ p. 48 |
|
|
| |
II. Proza
BOON, Louis Paul
Memoires van Baron de Saedeleer, 2, pp. 36-47 |
|
|
INSINGEL, Mark
Wanneer een Dame een Heer de hand drukt, 4, pp. 36-41 |
|
|
KOOLHAAS, Anton
De geluiden van de eerste dag, 3, pp. 24-30 |
|
|
LOPEZ, Esteban
Groeten uit Alboran, 1, pp. 4-17 |
|
| |
| |
| |
IV. Kritische bijdragen
BORGERS, Gerrit
De insecten zijn de denkers der aarde, 2, pp. 18-22
Toespraak gehouden te Aalst op 25 november 1974 tijdens de uitreiking van de Dirk Martensprijs aan Ben Cami voor de bundel: Wat ik wil is gelijk aan nul |
|
|
|
BOUSSET, Hugo
Koolhaas, teer als huid, 3, pp. 20-23
Over diens roman Vanwege een tere huid |
|
|
Guerrilla tegen het seksefascisme, 5, pp. 42-45
Over Andreas Burnier, De huilende libertijn |
|
|
|
BURNIER, Andreas
Enid Starkie en de gedoemde dichters, 5, pp. 20-33
Over Enid Starkie en over Charles Baudelaire en Arthur Rimbaud en hun houding tgo. het probleem van goed en kwaad, n.a.v. Starkie's biografieën van Baudelaire en Rimbaud |
|
|
|
CORNETS DE GROOT, R.A.
Huisvestingsproblemen (1), 1, pp. 34-39
Over Simon Vestdijks gedicht uit 1935 ‘Kapotte wekker op huurkamer’ |
|
|
|
DUBOIS, Pierre H.
Het schrijverschap van Anton Koolhaas, 3, pp. 14-18 |
|
Andreas Burnier, of op zoek naar identiteit, 5, pp. 36-41 |
|
|
FONTIER, Jaak
Drie teksten van Mark Verstockt, 1, pp. 24-32 - Met ill.
Met als inleiding drie teksten van Mark Verstockt, tracht de auteur de fundamentele artistieke ideeën van de kunstenaar te ontdekken met een beschouwing van diens werk tijdens de periode 1958-1974 met o.a. één van zijn belangrijkste experimenten de creatie van ‘This is not a book’ |
|
|
|
HAZEU, Wim
Berichten uit het Noorderland (1), 1, pp. 40-43
Aantekeningen, vanaf 1968 gemaakt, n.a.v. ontmoetingen met en herinneringen aan Noord- en Zuidnederlandse schrijvers o.a. P.C. Boutens, Victor E. van Vriesland, Geerten Gossaert, Cor Bruijn, Jozef Eyckmans, Adriaan Roland Holst, Dirk Coster, Jan Prins, Gabriel Smit, Bert Schierbeek |
|
|
|
INGELS, Frans
Julia Tulkens: onthullende ruimten, 1, pp. 44-48 |
|
|
JONCKHEERE, Karel
In memoriam Hugues C. Pernath, 4, pp. 4-6 |
|
|
MOOIJ, Martin
Poetry International 1975, 3, pp. 32-37
Dit jaar in het teken van de zon. Lijst van de deelnemers |
|
|
| |
| |
PAEMEL, Monica van
Een gesprek met Simone Dubois, 4, pp. 7-19
|
|
|
ROGGEMAN, Willem M.
Gesprek met Ben Cami, 2, pp. 4-12
N.a.v. diens bekroning met de Dirk Martensprijs voor de bundel Wat ik wil is gelijk aan nul |
|
|
Gesprek met A. Koolhaas, 3, pp. 4-12 |
|
Gesprek met Andreas Burnier, 5, pp. 4-17 |
|
|
SCHLöMER, Frank
Het raadsel Franz Kafka, 6, pp. 55-64
N.a.v. de onlangs verschenen Nederlandse vertaling van Kafka's Tagebücher |
|
|
|
SPILLEBEEN, Willy
De dichter Ben Cami, 2, pp. 24-32 |
|
|
UYTTEBROECK, Vic
Om Saint-John Perse te benaderen, 6, pp. 51-54
N.a.v. zijn overlijden te Giens, op 88-jarige leeftijd |
|
|
|
WAUTERS, Marcel
Moeder, moeder, het vuurwerk gaat beginnen, 2, p. 23
Herinnering aan de samenkomsten met Louis Paul Boon, Maurice D'Haese en Ben Cami |
|
|
| |
Kroniek: Geestesleven
BEYSEN, E.
Het landelijk georganiseerd jeugdwerk, 5, pp. 57-61
N.a.v. het eerste decreet over de erkenning en subsidiëring van het jeugdwerk, op 7.1.1975 goedgekeurd door de Nederlandse Cultuurraad |
|
|
|
BRUGGEN, M. van der
Beleidsopties bij het theaterdecreet, 4, p. 62 |
|
Achtergronden en optieken rond de decreten op het verenigingsleven, 5, pp. 54-55 |
|
|
KERREMANS, Jan
Aanzienlijke verbetering ondanks grote haast, 5, pp. 64-68
Over de erkenning en betoelaging van de sociaal-culturele organisaties voor vormingswerk die werken in verenigingsverband |
|
|
|
LEUVEN, Henk van
Vietnam: Heilzame schok voor Europa?, 4, pp. 42-48
Over de betekenis van het einde van de Vietnam-oorlog voor de V.S. en voor Europa |
|
|
| |
| |
LUIJDJENS, Adriaan H.
‘Rechts’ en ‘links’ in na-oorlogs Italië, 1, pp. 54-61 |
|
|
MERCKX, A.
In het land van de boter en het spek, 1, pp. 70-71
Over het ontbreken van het surrealisme in de Vlaamse kunst |
|
|
Kleur bestaat niet, 1, pp. 71-73
Over ‘Color in art’ uitgegeven n.a.v. de gelijknamige tentoonstelling van het Fogg Art Museum van de Harvard University en opgedragen aan Arthur Pope, en over zijn opvatting over kleur |
|
|
Op leven en dood, 2, pp. 68-69
Over Jean Ferré, Lettre ouverte à un amateur d'art pour lui vendre la mèche |
Over André Malraux, Lazare |
|
|
Er is geen kunst in de Verenigde Staten, 4, pp. 58-60
Over de toenemende belangstelling voor ‘de eigen Amerikaanse schilderkunst’ n.a.v. James Thomas Flexner, History of American painting |
|
|
|
PAULUS, C.
Recht studeren in Antwerpen en Ann Arbor (U.S.A.), 2, pp. 60-66
Over het onderwijs- en examenstelsel aan de U.I.A. en aan de Law School van de University of Michigan |
|
|
|
SCHMOOK, Ger
Max Rooses-schaduwen wandelen blijvend onder ons rond, 2, pp. 48-58
Over contacten met Max Rooses, al heeft Schmook hem in levenden lijve nooit ontmoet |
|
|
|
TOEBOSCH, Emile
Propaganda, publiciteit, en public-relations, 3, pp. 50-61
Beschouwing hierover n.a.v. de kiescampagne voor het presidentschap in Frankrijk |
|
|
|
UYTTEBROECK, Frans
Quetelet: een wetenschapsman die van mensen hield, 5, pp. 70-74 - Met prt.
Over leven en werk van Adolphe Quetelet (1796-1875), stichter van het Koninklijk Observatorium van België |
|
|
|
VANDERPOORTEN, Herman
Magistratuur (1), 1, pp. 62-68
Over de benoemingspolitiek, de zogeheten traagheid van het gerecht en het omstreden gerechtelijk verlof |
|
|
|
VERHOYE, Bert
Is wat goed is voor de administratie, ook goed voor het toneel?, 4, pp. 64-69
Uit gesprekken met theaterdirecteurs - Dom de Gruyter, Walter Groener, Jan Decleir, Walter Claessens, Ivonne Lex, Alfons Goris, Jacques Veys - n.a.v. het theaterdecreet dat op 1 januari 1976 ingaat |
|
|
| |
| |
VERSCHUEREN, Ronny
Vrijzinnige flaminganten op andere golflengte, 1, pp. 50-53
Over Karel Buls (1837-1914), Emanuel Hiel (1834-1899) en hun plaats in de Vlaamse Beweging |
|
|
Julius De Geyter (1830-1905) deed de Geuzen herleven, 6, pp. 71-74
Over deze ‘dichter-agitator’ en zijn plaats in de Vlaamse Beweging |
|
|
|
VLOEMANS, Antoon
De schuldig-onschuldige techniek. Op weg naar de revolutie van de verveling, 3, pp. 62-69; 4, pp. 50-56
Over de evolutie van de techniek: van ‘de mens meester... van de machine’ tot ‘de machine meester over de mens’, en de reacties ertegen; over het vraagstuk van de vrije tijd |
|
|
|
WALSCHAP, Gerard
Is niet wetenschap of geschiedenis wat wil, 6, pp. 67-70
Overweging n.a.v. het lezen van de Nederlandse vertaling van Crane Brinton, A history of western morals (1962) |
|
|
| |
V. Illustratie
VERSTOCKT, Mark
Signaal 1972 (Koopcentrum Sint-Niklaas), 1, p. 27 |
Geel object. 1 kubus / 24 halve bollen. Polyester 1969, 1, p. 31 |
Fragment van tuinobject, 1, p. 32 |
|
| |
Bijzonder nummer
De crisis van de kritiek
(thema van: De Dagen van de Vlaamse Gids - nr. 6)
BOUSSET, Hugo
Lezers gevraagd, pp. 23-26
‘We hebben nood aan het type criticus die kan lezen en schrijven - het klinkt zo vanzelfsprekend -, open staat voor de diverse trends in zijn tijd, zich niet laat strikken door irrelevante links-rechts en andere extra-literaire tegenstellingen en de lezer van zijn kritieken vermag te besmetten met zijn leesmicrobe’ |
|
|
|
JOLE, Marcel van
Gelukkige crisis van de kritiek!, pp. 40-45
‘In de grond zijn onze critici eerlijk, niet corrupt; met de luttele voorhanden zijnde middelen trachten zij nog kunst te verklaren, opdat die zoveel gegadigden als mogelijk zou aanspreken. Dat kan men in het buitenland bezwaarlijk beweren’. - ‘Naargelang de kritiek progresseert, gaat de kunst achteruit. Dus: gelukkige crisis van de kritiek!’ Spreker handelt over de kritiek i.v.m. plastische kunsten |
|
|
| |
| |
ROGGEMAN, Willem M.
Schrijven voor dagelijks gebruik, pp. 4-7
De laatste twee jaar heeft de kritiek in de massa-media een beschamend laag peil bereikt, zowel in Vlaanderen als in Nederland. Auteur onderscheidt drie gradaties in de kritiek nl. de wetenschappelijke literaire studie, de essayistische kritiek, die in tijdschriften wordt beoefend en de journalistieke kritiek of de recensie; hij treedt Marcel Janssens bij die pleit voor ‘een kritiek, beoefend door schrijvers, waardoor het huidige dilettantisme in onze dagbladen en andere massa-media zou verdwijnen’ |
|
|
|
VEEN, Adriaan van der
Crisis of koerswijziging, pp. 9-11
In de jaren vijftig en zestig was er een gunstige vernieuwing in de kritiek, maar de laatste jaren verdween ‘het elan uit de zgn. kritiek van de structuuranalyse’, en zowel de serieuze kritiek van de tijdschriften als de gebruikskritiek in de dagbladen is aan een crisis onderhevig, en een ander verschijnsel is dat wat de gebruikskritiek betreft in de dagelijkse pers er een verwijdering is ontstaan tussen Vlaanderen en Nederland |
|
|
|
VREE, Paul de
Wat is er aan de hand met de kritiek?, pp. 18-22
‘Een vaste koers volgt op dit ogenblik de kritiek niet omdat ze verdeeld is. Voorlopig is zij op haar hoogste niveau een creatieve arbeid die een beperkt publiek van insiders aanspreekt, maar door haar wegzoekend en wegwijzend karakter in een wereld nog vol tegenstrijdigheden, helpt zij m.i. een humaner bewustzijn voorbereiden’ |
|
|
|
WESSELO, J.J.
De krenten in de pudding, pp. 27-38
‘de kritiek (de krante- en een deel van de tijdschriftenkritiek) is voor een deel corrupt, voor een groot deel, soms tegelijkertijd dus, zeer slecht en veelal ondeskundig’ |
Auteur wijst ook op de ten onrechte bestaande toestand: ‘In Nederland dringen de Vlaamse schrijvers maar weinig door, en in de kritiek wordt de Vlaamse literatuur, d.w.z. de moderne Vlaamse literatuur, genegeerd of gebagatelliseerd’ en staaft dit met voorbeelden. En het besluit luidt: we moeten ‘ernaar streven dat literatuur weer krentenbrood wordt. D.i. er in eerste instantie naar streven dat de progressieve, niet-commerciële of door de commercie geweigerde, litteratuur blijft verschijnen’ |
|
|
|
WISPELAERE, Paul de
Malaise als status, pp. 13-16
Auteur meent dat de kritiek ‘eigenlijk altijd in een crisistoestand verkeert, dat het gevoel van malaise en crisis tot haar eigenste status behoort’. |
Ten tijde van Dirk Coster was er ook een crisis van de kritiek, in de jaren vijftig en zestig was het artistieke en literaire leven geanimeerder dan nu; er zijn tegenbewegingen ontstaan o.a. het zogeheten nieuwrealisme waarvan het meest typische specimen de zogeheten impressionistische kritiek is, en de zwaar theoretisch onderbouwde neo-marxistische of kritisch-materialistische richting |
|
|
|
-
voetnoot1
- Nr. 1 is gedeeltelijk gewijd aan Herman de Coninck; nr. 2 aan Ben Cami; nr. 3 aan Anton Koolhaas; nr. 4 aan Monika van Paemel; nr. 5 aan Andreas Burnier; nr. 6 aan De crisis van de kritiek
|