| |
| |
| |
Heibel
Tweemaandelijks literair tijdschrift
Opgericht in 1965
Kernredaktie: Frans Depeuter, Dries Janssen, Walter van den Broeck, Jan van den Weghe
Redaktieleden: Armand Boni, Jos Borré, Hubert Lampo, Luc Vancampenhout
Redaktiesecretariaat: Walter van den Broeck, Vrijheidstraat 18, 2300 Turnhout
Jrg. X, nr. 1, 48 pp. [= Tien jaar Heibel]
nr. 2, 56 pp.
[nr. 3: december 1975], 68 pp.
| |
I. Poëzie
CRAEN, Wilfried van
Fragmenten van een syfilisatie, 3, p. 8
‘Gisteren zag ik een vrouw’ |
|
|
|
DUMARAIS, Freek
Drie gedichten, 3, pp. 1-3
1. | ‘twee aan twee, op weg naar’ p. 1 |
2. | ‘ik voel me solidair’ p. 2 |
3. | ‘tussen nummers en namen’ p. 3 |
|
|
|
ELST, Jan van
[Gedichten], 2, pp. 6-9
Mongooltje: ‘soms zoek ik’ p. 6 |
Gehandicapt kind: ‘je kracht’ p. 7 |
September in Oosthoven: ‘het geschoren veld’ p. 8 |
Het lichaam van de twijfel: ‘de dagen liggen aaneengenaaid’ p. 9 |
|
|
|
HERENDAEL, Frank van
Kloostermuren, Capucienenstraat Herentals, 2, p. 15
|
|
|
PRETER, Francis de
Najaar 1974, 2, p. 12
‘Zo licht ben ik vanbinnen nooit geweest’ |
|
|
|
VANBRABANT, Roger
Uit: Hypochondrisch, 3, pp. 4-7
Ik zal er niet meer zijn: ‘Als het werkelijk zomer wordt’ p. 4 |
Het gras blijft eeuwig groen: ‘En toen ik nog een kleuter was’ p. 5 |
Wat mijn hond mij vertelde: ‘Vanavond’ p. 6 |
Winkelen...: ‘Het winkelmeisje’ p. 7 |
|
|
| |
| |
VANDENWEGHE, Roger
De nacht wist alles uit, 2, p. 12 |
|
|
VANSTREELS, Miel
Het vallen van de bladeren en dergelijke dingen meer, 2, p. 16
1. | ‘de regen vandaag is als de liefde’ |
2. | ‘de dromer. hoe hij met rijst en thee’ |
3. | ‘dood kwam gehuld in zachte zalf’ |
|
|
|
WEGHE, Jan van den
De dood van Ch. Guevara, 2, pp. 17-20
‘Waarom verliet hij onze burcht in zee?’ |
|
|
| |
II. Proza
BACKX, Jan
Met de ogen van je twintig (fragment). Een namiddag, een dorp, 2, pp. 13-14 |
|
|
HOOF, Guy van
|
|
PLEYSIER, Leo
Het helle zonlicht heeft een beetje zijn ogen doen tranen, 2, pp. 1-5 |
|
| |
IV. Kritische bijdragen
BAELEN, Jacques van
Een deur, en nog een deur [door Dries Janssen], 2, pp. 50-52 |
|
|
BORRE, Jos
For the sake of being a poet, 3, pp. 60-67
1. | Over het gebrek aan zelfkritiek van jonge dichters n.a.v. recente uitgaven van uitgeverij WEL uit Bergen op Zoom van Frank Vening, Adrie van Zielst, Jan Lanen, Cees van Dongen, Frans Mink, Bert Bevers, pp. 60-62 |
2. | Ludo Poplemont, Ontwijde geschiedenis, pp. 62-64 |
3. | Carlos Callaert, Een hydrofoob galjoen, pp. 64-65 |
4. | Dirk Desmadryl, In het blauwe spreekgebied der zon, pp. 65-66 |
5. | Gerrit Achterland, Clitoris, pp. 66-67 |
|
|
|
DEPEUTER, Frans
Aan standbeelden knabbelen, 2, pp. 44-49
N.a.v. Jef Geeraerts praat met Hugo Claus (Knack, nummer van 8 januari 1975, pp. 86-82) |
|
|
Satirische tekst voortgebracht in het poëziecirkus te Turnhout. Met regieaanwijzingen, en reakties van enkele Antwerpse vrienden ook pipi geheten, aangevoerd door Paul Snoek, 3, pp. 39-45 |
|
| |
| |
JANSSEN, Dries
Aangestreept, 2, pp. 38-43
Over o.a. Thomas More, Utopia; Michaïl Sjolochov, De stille Don; Ellery Queen; teksten en uitspraken van auteurs met commentaar |
|
|
Bladerend in..., 2, pp. 53-56
't Kofschip-Zonder meer, II, 6; III, 1, p. 53 |
Schuim, II, 6, pp. 53-55 |
Creare, IV, 1, p. 55 |
Tenen, nr. 11, pp. 55-56 |
|
|
Ik zag een dichter op een fiets. Herinneringen aan Hilarion Thans (1884-1963), 3, pp. 9-14 |
|
Aangestreept, 3, pp. 46-53
(Satirische) commentaar bij teksten en gebeurtenissen |
|
|
Stan Lauryssens over een spin met lamme poten, 3, pp. 54-59
N.a.v. diens Opmars naar het Vierde Rijk |
|
|
|
VERDONCK, Marc
Verschaeve op zijn plaats gezet, 2, pp. 21-25
‘Mochten we in staat zijn geweest Verschaeves leven en streven als ooggetuigen te ervaren, hic et nunc lotgenoot van de chaotische wereld waarin hij toefde, we zouden hem wat meer begrip en respect toedragen en minder verwijten toesturen’... |
‘Juist die begaafdheid van woord en gedachte, vaak onbeheerst gelauwerd en geprezen, is hem in rebus politicis fataal geworden, omdat hij ze gebruikte waar ze het best gemist en het gemakkelijkst misbruikt worden’ (p. 25) |
|
|
|
WEGHE, Jan van den
Aspekten van het kreatief proces. (Psychologische benadering van het fenomeen), III, IV, 2, pp. 26-37; 3, pp. 15-38
5. | Verbruik en energie, pp. 26-31 |
6. | Algemeen doel van het creatief proces, pp. 31-35 |
7. | Management, pp. 35-37 |
8. | De rol van de wil, pp. 15-22 |
9. | Over de diepere regionen, pp. 22-32 |
10. | Kreatieve impulsen in elk individu, pp. 32-38 |
|
|
| |
Bijzonder nummer
Tien jaar Heibel (X, 1, 48 pp.)
REDAKTIE
Vanwege de redaktie, p. 1
‘Vrijwel alle redaktoren hebben zich gewoon bezonnen over het beruchte HEIBEL-fenomeen, en het resultaat van al dat gepieker en gedub ligt nu voor u’ |
|
Bibliografie, pp. 41-46 |
Heibelprijs voor het essay 1975. Reglement, pp. 47-48 |
|
| |
| |
BONI, Armand
Heibel... Heibel... Heibel... Met mijn vlees en gebeente, pp. 2-7 |
|
|
BORRE, Jos
Zolang ik niet ga slapen met Heibel onder mijn hoofdkussen, word ik niet zwaarlijvig, pp. 8-12 |
|
|
BROECK, Walter van den
Tien jaar Heibel, en nu...?, pp. 31-35 |
|
|
DEPEUTER, Frans
|
|
JANSSEN, Dries
Waarom ik zo van Heibel houd..., pp. 22-25 |
|
|
LAMPO, Hubert
Indien ‘Heibel’ niet bestond hoorde het uitgevonden te worden, pp. 26-30 |
|
|
WEGHE, Jan van den
Een decennium ‘Heibel’, pp. 36-40 |
|
|
|