Bibliografie van de literaire tijdschriften in Vlaanderen en Nederland. De tijdschriften verschenen in 1974

[p. 88]

Kreatief

Driemaandelijks literair- en kunstkritisch tijdschrift
Opgericht in 1966

Hoofdredakteur: Lionel Deflo

Redaktie: Lionel Deflo, Gilbert de Mets, Roland Jooris, Patricia Lasoen, Roland Patteeuw, Stefaan van den Bremt, Eugène van Itterbeek, Hedwig Verlinde

Administratie: Guido Aerbeydt

Redaktiesekretariaat, uitgave en beheer: Groeningestraat 23, 8610 Wevelgem

Jrg. VIII,	nr. 1:	[febr.], 103 pp.: Jan Vanriet, Omtrent de werkelijkheid
	nr. 2:	juni 1974, 73 + X pp.: Hedwig Verlinde, De sprong van de eland (gedichten)
	nr. 3:	oktober 1974, 77 pp.
	nr. 4-5:	december 1974, 128 pp.: Facetten van de hedendaagse Noordnederlandse poëzie

I. Poëzie

ARBEID, Guido [Gedichten], 3, pp. 48-51 Ontbijt: ‘Niet opgesierd’ p. 48 Een rit te paard: ‘Blauw in het zadel’ p. 49 Pasen: ‘Op het Sint-Pietersplein’ p. 50 Archeologie: ‘Aan de rand’ p. 51

BRANDE, Leopold M. van den De vraag, 3, p. 66 ‘mijn vrouw, gij zijt vruchteloos’

GRUWEZ, Luuk Elégie pour deux princesses lesbiennes, 3, pp. 67-68 ‘niets is zo verlokkelijk’

BREMT, Stefaan van den [Gedichten], 3, pp. 36-43 Huis van Bewaring: ‘Word vervolgd’ p. 36 Verstek: ‘En de Rechter zei’ p. 37 Cel nr. 339: ‘Wat overkwam me? Weer’ p. 38 Wedersamenstelling: ‘Vanmorgen tuimelden je eigenwijze’ p. 40 Lente in Vorst: ‘Trager of sneller ademhalend’ p. 41 Het blad voor de mond: ‘Hier loop ik dan weer’ pp. 42-43

LASOEN, Patricia [Gedichten], 3, pp. 52-54 Die ochtend in april, p. 52

[p. 89]

De mussen: ‘Het dode mussejong kun je nog ruiken’ p. 53 Ibizza: ‘De oude mensen van de trappenstad’ p. 54

LEFEVERE, André Carl Rakosi, Gedichten. Vert. en inl.: André Lefevere, 3, pp. 3-20 China politiek, p. 3 Raadsel, p. 4 Ontginning, p. 4 De oudere zuster, p. 6 Americana XXXIII. De klacht van een oude man, p. 7 ‘Wie zal er ons kindeken douwen’, pp. 8-9 Leah, p. 10 Bejaardenproblematiek, p. 11 De schepper, p. 12 Tijd om doden, p. 13 Aan een Schotse herderswelp, p. 14 Het experiment met een rat, p. 15 Kustlijn, pp. 16-17 Een glas Madeira, pp. 18-20

SCHOUWENAARS, Clem [Gedichten], 3, pp. 44-47 Weutje winne: ‘Wandelaars ontmoet je nooit’ p. 44 Hort e kjè: ‘Luister eens’ p. 45 Moeje lustre: ‘Ik heb nog een bekentenis’ p. 46 Kik e kjè: ‘Kijk, hoe alles waar is’ p. 47

STASSAERT, Lucienne Wie heeft ons te grazen genomen? 3, pp. 62-64 ‘Uit menselijk opzicht’ p. 62 ‘Voor een pittiger leven’ p. 63 ‘Bij nader inzien’ p. 64

VERHEGGHE, Willie Poëet en poëzie, schijn en werkelijkheid, 3, p. 65 ‘De doolhof, de schiettent die poëzie is’

II. Proza

WESSELO, J.J. 3 partituren voor Ornette Coleman. Van de rose pathetiek en de rode romantiek en de roestige lyriek, een kwestie van dialectiek, 3, pp. 21-34 (proza en poëzie) 1. Tears inside - Rose pathetiek, pp. 21-24 2. Street woman - Rode romantiek, pp. 24-30 3. Love call - Roestige lyriek, pp. 30-34

IV. Kritische bijdragen

BONTRIDDER, Gilbert de Van Rothko tot Ryman of de schilderkunst die de kunst van het schilderen beoefent, 3, pp. 69-77

[p. 90]

Over de chromatische abstrakten: Rothko, Newman en Ad Reinhardt, en hun volgelingen: Morris Louis, Frank Stella, Sam Francis, Friedel Dzubas en Jules Olitski; over de nieuwe abstraktie van Larry Poons, Alan Shields, Darby Bannard en Robert Ryman

DEFLO, Lionel Yang-prijs 1974: Willy Spillebeen, Drie x drempelvrees, 3, pp. 55-61

ROBBERECHTS, Daniël Gestraft, 3, p. 35 Fragment uit een brief aan Stefaan van den Bremt, veroordeeld wegens het voeren van twee Arabieren naar Nederland, waar zij achteraf een bomaanslag bleken gepleegd te hebben

Bijzondere nummers

Facetten van de hedendaagse Noordnederlandse poëzie
(nr. 4-5, 128 pp.)
I. Poëzie

HAZEU, Wim Lier: ‘waar is het huis van Felix’ p. 95 Proeve van ontbinding, jaja: ‘ik kom dieper in de kuil’ p. 96 Terwijl: ‘terwijl de boomkleur in deze herfst rood wordt’ p. 97 Slijtage: ‘het slijt wel, het strijkijzer’ p. 98 Ontbinding: ‘naast het generaalskarkas’ p. 99

JONG, Martien J.G. de Dichterschap: ‘Het is helemaal niet zo’ p. 15 Alpinisme: ‘Wroetend als een mol onder een taalberg’ p. 16 Jan van Herwijnen (de krankzinnigen-tekeningen): ‘Onzeker sta je tussen die stenen ogen’ p. 17

OVEREEM, Jan-Willem Pools hotel: ‘resten van schimmen’ p. 100 Message to the tranquilized people: ‘niet elke lijster’ p. 101 Middenland: ‘de socialist wordt liberaler’

WAARSENBURG, Hans van de [Gedicht], pp. 111-113 ‘uit de winter komend lijkt hij een gewelddadig’ Wapenstilstand - dagelijks, pp. 114-115 ‘Zo komen de dagen weer tegen’ p. 114 ‘van hand tot hand bewapend ridder’ p. 115

II. Proza

BUDDINGH', Cees Zes teksten, pp. 54-55 1. La mort sans phrases, p. 54

[p. 91]

2. Beschrijvende meetkunde, p. 54 3. Witte nachten, p. 54 4. Wie niet weg is is gezien, p. 55 5. Voorwaarts mars dan maar weer, p. 55 6. De zoon van de bovenmeester, p. 55

IV. Kritische bijdragen¹

BARTOSIK, Michel Tijd en reflexiviteit in de vroege gedichten van Jacques Hamelink (work in progress), pp. 83-88 Over de bundels De eeuwige dag en Een koude onrust

BREMT, Stefaan van den Leo Vroman: over de dichtkunst, pp. 34-43 Over diens bundel: Over de dichtkunst. Een lezing met demonstraties

CONINCK, Herman de Rutger Kopland en de regelrechte grote gevoelens waar het om gaat, pp. 70-74 ‘de evolutie van Kopland naar een alsmaar openlijker emotionaliteit’

DEFLO, Lionel Toelichting bij ‘Facetten van de hedendaagse Noordnederlandse poëzie’, pp. 2-3 Over opzet en keuze voor dit bijzonder nummer Wil je nog een cognacje? Gesprek met Martien J.G. de Jong, pp. 4-14 Over de Noordnederlandse poëzie sedert 1950 Omzien in vertedering*, p. 128 T. van Deel, Recht onder de merels

ELEMANS, Jan Carel Swinkels, de dichter, pp. 80-82

ITTERBEEK, Eugène van Theoretische achtergronden van ‘Barbarber’, pp. 56-61

JONG, Martien J.G. de Het berijmde leven van Han G. Hoekstra, pp. 28-33 ‘Voor hem lijkt de poëzie eerder een verlengstuk of een echo van het dagelijks bestaan in al zijn verschillende facetten’

LASOEN, Patricia Bezige Bij poëzie (Amsterdam, 1974)*, pp. 124-127 Jan Blokker, Een haag van rozen, p. 125 J.B. Charles, De warme slager, p. 127 J.A. Deelder, De zwarte jager, pp. 125-126 Louis Ferron, Grand Guignol, pp. 126-127 Arie Gelderblom, Gekleurde gedichten, pp. 124-125 Sjoerd Kuyper, Ik herinner mij Klaas Kristiaan, p. 127

1 De bijdragen met een* behoren tot de rubriek Gewikt en gewogen

[p. 92]

OVEREEM, Jan-Willem Hans van de Waarsenburg: po-wees tussen Helmond en de Derde wereld, pp. 103-110

SPILLEBEEN, Willy Ed. Hoornik (1910-1970), dichter uit gemis, pp. 18-27 Bertus Aafjes, de dichter van de liefde en van de dood, pp. 44-47 N.a.v. Het gevecht met de muze. Verzamelde gedichten

VEGT, Jan van der Poëzie in Kentering, pp. 89-94 ‘een korte karakteristiek van een tiental dichters, die vanuit een bewuste keuze of min of meer toevallig zich laten verbinden met ‘Kentering’: Wim Hazeu, Harry Scholten, Jan-Willem Overeem, Saul van Messel, Jozef Eyckmans, Gerard Fieret, Maria de Groot, J.H. van Dijk, Henk Kooiman, Habakuk II de Balker

VERLINDE, Hedwig Hans Vlek en de ik eet, ik schrijf, dus: ik leef-redenering, pp. 63-69 Over de herdruk van Anatomie voor moordenaars, Iets eetbaars en Een warm hemd, onder de titel: Zwart op wit, en over Voor de bakker en andere gedichten Huub Oosterhuis: ‘of ik er in kan’, pp. 75-79 N.a.v. diens Herschreven gedichten Recente publikaties*, pp. 116-128 T. van Deel, Lees eens een gedicht. Bloemlezing, pp. 123-124 Ida Gerhardt, Vijf vuurstenen, pp. 118-119 Jan van Harten, Tussen liguster, pp. 122-123 Anton Korteweg, Eeuwig heimwee drijft hem voort, pp. 117-118 Harry Mulisch, De vogels, p. 116 Willem Jan Otten, Een zwaluw vol zaagsel, p. 123 Kees Ouwens, Intieme handelingen, pp. 119-121 Gerard Reve, Het zingende hart, pp. 116-117 Karel Soudijn, Op reis, p. 117 Jules Welling, Centaur; Alarmfase 2, pp. 121-122

WELLING, Jules Cees Buddingh': met kleine steentjes grote kringen in het water gooien, pp. 48-53 Algemeen beeld, met uitspraken van Buddingh'

[p. 93]

Omtrent de werkelijkheid
Fotoalbum over de nieuw-realistische poëzie in Vlaanderen
(nr. 1, [104] pp.) Samenstelling: Jan Vanriet

Voorstelling van de tijdschriften: Kreatief, pp. 29-40 Revolver, pp. 19-28 Ruimten, pp. 5-10 Yang, pp. 11-18

Voorstelling van de dichters Ludo Abicht, pp. 41-45 Stefaan van den Bremt, pp. 77-81 Herman de Coninck, pp. 46-50 Lionel Deflo, pp. 51-56 Roland Jooris, pp. 61-66 Patricia Lasoen, pp. 67-71 Daniël van Ryssel, pp. 87-91 Gerd Segers, pp. 72-76 Jan Vanriet, pp. 82-86 Hedwig Verlinde, pp. 92-95 Johnnie Verstraete, pp. 96-99 Hubert de Vogelaere, pp. 57-60 Luc Wenseleers, pp. 100-103

¹

1 Bevat o.a. foto's, facsimile's, gedichten en teksten, krantenknipsels, bibliofische gegevens