Dan komt de dag, dat onze Joeko tien jaar wordt. Wat een feest is dat, bij oom en tante, en ook op school. Ja, hij zit nu al in de vierde klas!
De woonkamer en de stoel van Joeko zijn door tante mooi versierd. Hij krijgt voor zijn verjaardag twee prachtige boeken. Een boek over vliegtuigen en een boek over Suriname met foto's erin.
‘Je zou je eigen land haast vergeten,’ lacht oom, als Joeko de foto's in het boek bekijkt.
‘U bent zo goed voor me,’ zegt Joeko en hij kijkt oom en tante dankbaar aan.
Daar heeft Joeko gelijk in. Oom en tante zorgen voor Joeko, alsof het hun eigen kind is.
Van Bontje krijgt Joeko een nieuwe zwembroek. ‘Voortaan gaan wij samen zwemmen, Bontje,’ zegt Joeko blij. 's Middags, na school, mogen er drie jongens uit de klas komen spelen. Jan Willem, Hans en Sjoerd. Tante bakt pannekoeken met rozijnen erin. Nou, die smaken nog lekkerder dan taart, vinden de jongens.
's Avonds, als de jongens naar huis zijn, zit Joeko nog een poosje gezellig met tante en oom in de kamer.
‘Een fijne dag, hè Joeko?’ zegt oom Rien. ‘Je bent zeker wel moe?’
‘Het was reuze,’ vindt Joeko en hij bladert nog eens in het boek over Suriname.
‘Joeko, tante en ik moeten je iets heel bijzonders vragen. Je bent nu al zo lang hier. We willen eens ernstig met je praten.’
Joeko begrijpt niet, wat oom Rien zo ineens met die woorden bedoelt.
‘Je hebt geen ouders meer, Joeko. Dat vinden wij heel erg voor je. Wat zou het fijn voor hen geweest zijn, als