Verzamelde gedichten(1964)– Armando– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] 1952 [pagina 13] [p. 13] [wat vader, de lust tot wezen en inkeer] wat vader, de lust tot wezen en inkeer, de ver- nietiging voor mij betekende, de lust tot bewegen en langzaam sterven, als vóór mij de doden de stoom van hun vergissing traag lieten verglijden, de jaren dat wij leefden de lust tot inkeer, de vader en de vernietiging zij keren mij om, hoe langzaam, hoe ingetogen is de hand waarmee zij de zon boetseren om slechts te leven om te doden hoe ingetogen is de mond die langzaam stervend zich vooroverbuigt, tenslotte de dag bereikt opdat wij vernietigen en Vader tot de bergen sprak: zij komen zij komen... wat de lust tot wezen in het goud der vernietiging ziet: de vader en de inkeer, het is de drank der eenzamen die langzaam sterven en zich niet afvragen hoe de vergissing ontstaan is hoe ingetogen de dood is hoe langzaam hoe langzaam de vernietiging verglijdt Vorige Volgende