Ik neem je mee. Akesi, Aboikoni, Boni en Rogier en Selina vertellen hun verhaal
(2013)–Hilli Arduin–
[pagina 33]
| |
Selina: een mooi meisje‘Selina laat het blad op de keukentafel liggen.’ ‘Maar ik moet de orgeadeGa naar voetnoot* toch naar meneer Dolf brengen.’ ‘Hoor je niet wat ik heb gezegd, meisje. Laat het blad staan. Ik breng het naar meneer Dolf.’ Selina keek verbaasd naar haar moeder maar durfde niets meer te zeggen. Zij en haar moeder werkten in de keuken in het huis van meneer Dolf en zijn gezin. De moeder van Selina was een tot slaaf gemaakte vrouw. Ze zorgde voor de huishouding van het gezin van meneer Dolf, zijn vrouw en hun vier kinderen. Selina was nu 12 jaar. Ze hielp haar moeder met het schoonmaken van het grote huis en met het koken van de maaltijden. Haar vader was ook onvrijwillig geknecht. Maar hij woonde en werkte in de stad in een smederij. Meneer Dolf had hem 2 jaar geleden verkocht aan de baas van de smederij. Selina en haar broertje waren ook slaven omdat zij het eigendom waren van meneer Dolf. Alle zwarte mensen die zij kende waren slaven en slavinnen en werkten op de plantage. Selina wist niet beter.
De moeder van Selina pakte het dienblad van de keukentafel en liep naar de studeerkamer. Met haar heup duwde zij de deur open. Selina begreep niet waarom haar moederde orgeade* zelf naar meneer Dolf wilde brengen. Het was haar taak om elke middag iets te drinken naar meneer Dolf te brengen. Soms zat meneer Dolf in de studeerkamer. Soms zat hij op de veranda. Zij moest 's middags altijd een gekoeld drankje naar hem brengen. | |
[pagina 34]
| |
Toen haar moeder uit de kamer kwam zei Selina: ‘Maar ma, ik moet dit toch doen?’ ‘Nee,’ antwoordde haar moeder kortaf. ‘Je moet niks,’ snauwde zij naar Selina, ‘je moet helemaal niks.’ ‘Vanaf vandaag hoef jij het niet meer te doen. Ik breng voortaan zelf de orgeade naar meneer Dolf.’ ‘Maar mama...’ ‘Meisje houd je mond. Niks te maren. Pak die pannen van het aanrecht en ga ze wassen. Vooruit, schiet op.’ Met een verveeld gezicht trok Selina de pannen van het aanrecht en liep naar de waterpomp op het achtererf. Bij de pomp ging ze op haar hurken zitten en begon de pannen met wit zand en groene zeep schoon te schuren.
Terwijl ze de pan schuurde dacht ze aan de woorden van haar moeder. ‘Vanaf vandaag breng ik elke middag de orgeade naar meneer Dolf.’ Wat bedoelde haar moeder eigenlijk? Had ze iets verkeerd gedaan of gezegd. Was meneer Dolf boos op haar. Selina wist zeker dat meneer Dolf niet boos op haarwas, want de laatste tijd lachte hij vaak naar haar. Soms aaide hij haar over haar hoofd en schouders. Gisteren toen zij het dienblad met gekoeld gemberbierGa naar voetnoot* naar zijn studeerkamer bracht, had hij haar gevraagd om op zijn schoot te komen zitten. Hij had haar geknuffeld en tegen haar gefluisterd dat zij een mooi meisje was. | |
[pagina 35]
| |
Selina had het niet echt leuk gevonden, maar ze durfde geen nee te zeggen tegen meneer Dolf. 's Avonds, in hun eigen hutje, had Selina haar moeder verteld dat ze op de schoot van meneer Dolf moest gaan zitten. Het was alsof haar moeder wintiGa naar voetnoot* kreeg. Ze begon te schreeuwen, te vloeken, te zuchten en te hijgen. ‘Mi Gado, o mijn God. Niet mijn dochter. Hij moet met zijn poten van Selientje afblijven,’ had ze geroepen. Door het geschreeuw waren tante Loeloe, tante Ena, vrouw Jetje en oma Nene komen aanrennen. ‘Wat is er?’ ‘Wat is er gebeurd met Selientje?’, vroegen de vrouwen door elkaar. Oma Nene had haar huilende moeder stevig vastgepakt. ‘Vertel, wat is er gebeurd.’ ‘Selientje moest op meneer Dolf zijn schoot zitten,’ had haar moeder gejammerd. ‘O, mijn God. Begint hij ook met Selina. Dit mag niet gebeuren,’ hadden de vrouwen boos en verontwaardigd geroepen. Oma Nene zei met een dwingende stem: ‘Vrouw Lika, je moet je dochter beschermen hoor. Let goed op haar’. Selina was stilletjes in een hoekje gaan zitten en had naar de vrouwen gekeken.
Maar nu moest ze ervoor zorgen dat de pan goed schoon werd. Anders zou haar moeder boos worden. Met kracht boende ze zand met groene zeep over de pan. | |
[pagina 36]
| |
Opeens prevelde ze: ‘Nu begrijp ik het. Ik begrijp het.’ Nu begreep ze waarom haar moeder en tantes de vorige avond zo verontwaardigd en bezorgd waren geweest. Selina dacht aan haar vriendinnetje Elda. Twee maanden geleden stonden de tantes om de moeder van Elda. Ze wiegden haar zachtjes heen en weer. Oma Nene veegde de tranen van het gezicht van de moeder van Elda. Andere vrouwen huilden ook. ‘Dit is het lot van onze meisjes,’ jammerde vrouw Jetje. Toen Elda huilend uit het grote huis kwam aangerend, nam oma Nene haar mee naar haar eigen hutje. Nu pas begreep Selina wat er toen met Elda was gebeurd.
Selina zuchtte en nam de schone pannen mee in de keuken en zette de pannen op het aanrecht. Ze liep naar haar moeder en sloeg haar beide armen om haar heen. ‘Mama ik begrijp het. Ik weet het. Ik weet waarom ik uit de buurt van meneer Dolf moet blijven.’ Haar moeder keek haar ernstig aan. ‘Straks is dit afgelopen, Selina. Dan gaan we weg van de plantage. Dan gaan we in de stad wonen.’ De stem van haar moeder klonk krachtig. ‘Binnenkort zijn wij vrije mensen, Selientje. Vrije mensen, hoor je me. De slavernij wordt ook in Suriname afgeschaft. In Haiti zijn de mensen al vrij. Oom Kwame vertelde dat er in de stad geprotesteerd wordt. Iedereen praat over de afschaffing van de slavernij. | |
[pagina 37]
| |
Schatje als de slavernij wordt afgeschaft gaan we in de stad wonen bij je vader. Ik ga een baan zoeken in de huishouding. En dan zullen zij mij moeten betalen voor mijn werk. Jij en je broertje zullen naar school gaan in de stad en leren lezen en schrijven. Selientje stel je voor: vrijheid, wij worden vrije mensen.’ Ze drukte Selina stevig tegen zich aan. Selina had andere grote mensen op de plantage ook horen praten over de afschaffing van de slavernij. Eerst werd er 's avonds stiekem in de hutjes gesproken over de afschaffing van de slavernij. Na een tijdje merkte ze dat men ook overdag tijdens het werken over de afschaffing sprak als meneer Dolf of de basja's niet in de buurt waren. Maar de laatste tijd werd door iedereen op de plantage openlijk gesproken over de naderende emancipatie en vrijheid. Ze waren niet bang meer voor de basja's met hun zwepen. Ze begreep niet alles maar ze wist dat ze in de stad wilde gaan wonen. Ze wilde naar school gaan om te leren lezen en schrijven.
Het is twee maanden later. Selina zit op haar hurken bij de waterpomp. Ze schuurt de pannen schoon met wit zand vermengd met groene zeep. Ze wil dat de pannen glimmen als een spiegel want dan krijgt ze complimenten van haar moeder. Ineens hoort ze lawaai van stemmen en de holle klanken van apintie drumsGa naar voetnoot*. Ze staat op en loopt het erf over naar de weg. Ze ziet een groep mensen aankomen die roepen: ‘We zijn vrij. De slavernij is voorbij. Loop met ons mee. Niemand kan je tegenhouden. Wij zijn geen slaven meer, wij zijn vrije mensen.’ | |
[pagina 38]
| |
Alle mensen van de plantage van meneer Dolf lopen naar de weg. Ze zwaaien, roepen, zingen en dansen. ‘Dit is dus vrijheid,’ denkt Selina. ‘Ik ben vrij. Ik ben een vrij meisje.’ Selina lacht en zegt hardop: ‘Vandaag is de eerste dag van mijn nieuwe vrije leven.’ Ze pakt haar broertje vast en samen springen, zwaaien, lachen en roepen ze: ‘Vrijheid, wij zijn nu vrije mensen.’ Met hun moeder lopen ze dansend met de groep mee. Selina kijkt naar het grote huis en ziet meneer Dolf, zijn vrouw en zijn kinderen op de veranda staan. Meneer Dolf kijkt bezorgd hij heeft een diepe rimpel op zijn voorhoofd. Mevrouw kijkt bang naar de groep dansende mensen. Selina kan zien dat ze zucht. Het kan Selina niks schelen. De slavernij is voorbij. Voor haar ligt een nieuwe toekomst. Dit vindt zij het belangrijkste. Ze gooit haar hoofd naar achteren en maakt springende danspasjes met haar voeten. | |
[pagina 39]
| |
![]() |