‘Omdat ik bij jou hoor. Waarom moeten we daar nog langer over praten? Je bent doodongelukkig, dat zie ik meteen,’ zei ze trots. ‘En ik ben doodongelukkig zonder jou. We móéten eenvoudig bij elkaar blijven.’
‘In een paleis in Bogharia?’ zei Mr. Darr. ‘Jij regeert, en wat doe ik? Misschien sta je me toe om met Oud en Nieuw een paleis-revolutie te maken, wat? For old time's sake. Geloof je in ernst dat dat zou gaan, Anne-Claire?’
‘Ik geloof in ernst dat ik bij jou blijf. En over dat paleis behoef je je geen zorgen te maken, want, zie je, ik heb vanochtend in alle eer en deugd afstand van de regering gedaan! Serge was er eerst net zo ontdaan over als jij, maar hij berustte er tenslotte in om als President van de Republiek Bogharia te fungeren.’
‘O juist,’ zei Mr. Darr zwakjes. ‘Juist, juist. Ja ja.’
‘Wat is daar tegen? Ik weet minder van staatszaken af dan wie dan ook en hij is een specialist. Om decoratief op de achtergrond te blijven zitten, terwijl hij het werk doet, is vreselijk saai, weet je dat? Ik heb Naghaltan aan de staat overgedragen. Wat er van nu af aan met me gebeurt, laat ik aan jou over, op voorwaarde dat je de kip niet koud laat worden. Gaan we in Caïro revolutie maken?’
Mr. Darr zei: ‘Realiseer jij je eigenlijk wel een ogenblik wat je doet? Je hebt het gevecht in Bogharia meegemaakt. Je kent zelf de angst, de onzekerheid, alles wat je bedreigt. Maar er is een eind aan gekomen. Als je met mij meegaat stel je jezelf buiten de wet. Je zult geen rust kennen, nooit meer. Er komt geen einde meer aan de angst. Die blijft bij je,