Geboortedicht Voor Jonkheer Laurens Buisero, Zoon van den Weled: Heer Heer Didrik Buisero, Heer van Heeraertsheininge &c. Deken der Kollegiale kerke van Sint Katarine in Eindhoven. Raet en Sekretaris tot Vlissinghen.
KLein knaepje, groot van stam, van grooter hoop gebooren,
Hoe schreitge dus? ik koom uw ruste niet verstooren:
Maer aen uw 's Vaders gunst en heuscheit hoog verplicht,
U groeten in uw wieg met een geboortedicht.
Bedriege ik my? of zie ik reets de traentjes droogen,
En is die vochte wolk geweeken uit u oogen?
Hoe vriendelijk lacht gy Mevrouw uw Moeder toe!
Die ziet zich blint, en is dat lief gezicht noit moe:
Haer schoonheit vint zy net gedommelt in uw wezen,
En komt van uwen mont haer eigen roosjes leezen;
En eigen nektar die van uwe lipjes vloeit.
Uw Vader, die, van zorg ten dienst des lants vermoeit,
Zijn geest met Poëzy gelukkig weer kan wekken,
En my altijt tot een Apollo zal verstrekken,
Ziet uit dat bly gelaet uw deugden te gemoet.
En zoo een droeve vlaeg zomwijl uw tranen voed,
Of heimelijke smert bevochtigt uwe wangen,
Hy zal u streelen met muzijk van zijn gezangen.
En gy, zoo drae gy voelt hoe veel die hulp vermag,
Zult hem bedanken weer met een onnooslen lach.
Gelukkige, zoo gy kunt uw geluk waerderen!
Die, stil en zonder erg, wat Vorsten zamenzweren,
[pagina 132]
[p. 132]
En hoe het lant rontom van oorlogsonweer waegt,
Geen kommer kent, noch wort van staetbelang geplaegt:
Maer slapende inden storm, waer van 's lants hulk gedreven,
In woesten oceaen, nu wort om hoog geheven,
Nu weer ten afgront schijnt te zinken, ongesteurt,
Uw zelf vermaekt, of slechts uw eigen leet betreurt.
Indien mijn wensch gelukt, dan zult gy al uw dagen
Zien eindigen met dat volkomen welbehagen.
Dan zal de roede van den oorlog, voort verbrant,
En roof en moortzucht, in het harnas nu gekant,
Verdwijnen, en de krijg ter werrelt uitgebannen,
Geen Koningen voortaen herscheppen in tierannen.
Dan wijde Buisero zijn weergalooze luit
De vrede toe, en zing den lof van 't vrebesluit.
En Vlissingen, door uw geboorte meer verheven,
Vier lang uw Jaergetijde, en roeme uw loflijk leven.