omdat zij dacht, dat die het goed gebroken had. Zij zeide haar, dat zij alles moest betalen. De meid was zeer verlegen, en zweeg stil, dewijl zij Maria niet wilde beklappen.
Maria had nu ook wel kunnen zwijgen, want hare moeder had op haar geen vermoeden; doch dit kon zij niet. Haar hart zeide haar, dat zij dan zer slecht deed.
Zij viel hare moeder om den hals, en riep al snikkende: och, lieve moeder! vergeef het mij! de meid heeft het niet gedaan, maar ik heb het gebroken. Het was een ongeluk - vergeef het mij toch! ik zal op een' anderen tijd voorzigtiger zijn.
De moeder liet zich door de tranen van Maria bewegen, - en nog meer, omdat zij de waarheid sprak. De meid werd zeer geprezen, omdat zij zoo trouw gehandeld had.
Zoo goed is het, dat men altijd de waarheid zegt, anders brengt men dikwijls zich zelven en anderen in ongelegenheid.