Parysche bruiloft
(1958)–Reyer Anslo– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 57]
| |
Aan Mejuffer Magdalene Baak.Ga naar voetnoot+1Indien myn zwak verstandt en kleene kracht
In Poëzy, van u zoo hoogh geacht,
Was als myn lust tot in den top gebracht,
Dus zou ik spreken:
| |
2Ga naar voetnoot+ô Magdaleen, verlaat nu eens 't vermaak
In Engelandts verwarde mengelspraak,
En laat dat volk in 't Eilandt, heet op wraak,
In 't moorden steken.
| |
3Ga naar voetnoot+Verlaat, ô Baak, het opgezwolle Spaansch,
Het zachte Fransch, en 't brommende Toskaansch,
En loopt niet van onze Amstel buiten baans
Na vreemde rymen.
| |
[pagina 58]
| |
4Ga naar voetnoot+Ey taal, een dagh maar, na geen andre taal,
En lydt eens dat myn Treurspel u verhaal',
Hoe Mars bestormt Navarres Bruiloftzaal
In plaats van Hymen.
| |
5Ga naar voetnoot+Betreur met my den dooden Ammiraal;
Wanneer zyn dochter moet om haar gemaal,
Gesneuvelt aan 't op bloedt beluste staal,
In rou versmachten.
| |
6Ga naar voetnoot+Het hof bedekt haar toeleg, met een mist
Van loos bedrogh en nevelige list,
Waar op de Trou, te vroom, niet hadt gegist
Om zich te wachten.
| |
7Ga naar voetnoot+Maar schoon ik weet dat deze zware last,
Niet op zoo zwakke, als myne schouders past,
Waar aan ik my zoo lydig heb vertast
Met die te kiezen:
| |
[pagina 59]
| |
8Ga naar voetnoot+Noch bidde ik u dat gy myn Treurspel leest,
Al of ik voor uw oordeel ben bevreest,
Al most de stof, geschoeit op myne leest,
Zoo veel verliezen.
| |
9Ga naar voetnoot+ô Magdaleen, zoo gy het waardig schat,
Dat gy het leest, en toont my bladt voor bladt
Wat op deez' plaats diende ingevoeght, en wat
Hier uit most blyven.
| |
10Zoo hou ik my en myn verbetert dicht,
Voor eewig en altoos aan u verplicht:
Dan zal myn geest, door uw verstandt verlicht,
Uw lof beschryven.
R. Anslo. |
|