Goede manieren(1989)–Robert Anker– Auteursrechtelijk beschermdEen episodisch gedicht Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] IV Dit is het antwoordapparaat van uw dichter. De dichter slaapt en kan u niet derhalve maar gelieve hem in te spreken na de piep, vergeet uw naam niet. Wees zachtmoedig in uw woord, hij kan u toch niet helpen. Hij is u dank verschuldigd want hij warmt zijn voeten aan uw eenzaamheid en dat hij trots is op de schoonheid van uw tranen maar zijn harte blijft zo koud, zo koud... U moet het allemaal maar zien als praten tegen weer zo'n muur en in de weerklank dat uw dienaar soms iets hoort van een betekenis, die gauw in tafeltjes van klei gegrift, maar door een enkeling gekocht hier op de markt. Klei, onleesbaar handschrift - dat is ander voedsel dan de weelde in het westen en geen tempel meer waar aardse geheimen branden als vroeger op het land aardappelloof. O Wie, die soms door scheuren in de muur inzichtelijke onzin kiert die stichtelijk al lang verjaard en daarom ongepast maar ongestraft nog als nerveuze schoonheid voor als we doodgaan en omdat we zo verdomd alleen en soms als de grote adem van de liefde als een moeder in de nacht over ons heen gebogen staat. O Wie, strek uw handen naar ons woonerf uit, wij weten niets in kletspraat bij een voortuin, in gemompel bij de open haard... Zie het dus als praten wat uw dichter met u doet, dat hij u los moet laten na een enkel woord en u de zin moet zien te vinden als een straat, dat u een hoek omslaat, in een nieuwe zin manieren vindt ter lering van uw dichter. Hij slaapt en praat, dat is zijn hopeloos engagement, de demokraat: hier komt de piep, u kunt een woordje tot hem richten. (ademen, klik) Vorige Volgende