Onze huisdieren(1876)–P.J. Andriessen– Auteursrechtvrij Vorige [pagina 12] [p. 12] Onze huisdieren. Kindlief! Als de dieren die wij om ons zien, Zooveel goeds ons schenken, zooveel hulp ons bien; Als het paard en d' ezel ons ten nutte leeft, En de koe en 't zwijn ons heerlijk voedsel geeft, Als de hen ons eiers, 't schaap zijn wol ons schenkt, Weet ik, wat een braaf kind bij dat alles denkt. 't Denkt: de goede Vader, die daarboven leeft, Wil, dat wij Hem danken voor 't geen Hij ons geeft; Wil, dat wij voor schaapje, koe en paard en zwijn, Ook voor kip en eendje goede meesters zijn. Wie in dierenplagen, zijn behagen vindt, Is een heel verachtlijk, heel ondeugend kind. Neen, o goede dieren! die zoo nuttig zijt, Ik wil u beminnen, nu en te allen tijd; Ik wil van u leeren, hoe ge uw plicht steeds doet, En altijd volbrengen alles wat ik moet. - Melk en boter geven, eiers leggen is Evenmin als trekken 't werk eens kinds, gewis; Maar zijn lessen leeren, alles doen met vlijt Is het wat zijn ouders 't meest van al verblijdt. - Daarom, lieve dieren, ziet gerust naar mij! Ik volbreng mijn plichten, even goed als gij. Vorige