III. De koncentraties
Het is over het algemeen in de burgerlijke literaire kringen de gewoonte om de fusiedrang, zoals die zich op het ogenblik in de uitgeverswereld openbaart te verklaren uit een agressieve winstpolitiek. Maar het karakter van deze ontwikkeling is eerder defensief. Voor het eerst wordt de boekenmarkt in de meest ruime zin in zijn geheel bedreigd door de ontwikkeling en de feitelijke toepassing van andere kommunikatie-technieken dan het gedrukte woord. De bedrijven worden gekonfronteerd met een konkurrentiefaktor die er voorheen niet was of niet in die mate.
Blijkbaar hebben de opgewonden literaire schrijvers in deze ontwikkeling een aanleiding gezien om de uitgevers als de meest storende faktor van hun pas verworven vakmanschap te bestrijden. Maar ook de koncentraties zijn over het algemeen het resultaat van een aanpassing aan de verschuivingen in de vraag. Wij moeten met betrekking tot de koncentraties niet spreken van een bedreiging van het schrijversinkomen door het gedrag van de uitgevers. Wij moeten spreken van een bedreiging van dit inkomen door een nieuwe konkurrentiepositie van het eigenlijke schrijversprodukt, het gedrukte woord.
Wat zijn de gevolgen van de koncentraties voor de hedendaagse literatuurproduktie? Om op die vraag een antwoord te kunnen geven is het in elk geval nodig om na te gaan in hoeverre de wijzigingen die deze koncentraties teweegbrengen in het materiële produktiesysteem van het boek de overwegingen van de uitgevers om literaire manuskripten al of niet te drukken beïnvloeden. Er zijn in hoofdzaak twee vormen van koncentraties in de uitgeverswereld. Ofwel kleine uitgevers die niet zelfstandig kunnen blijven voortbestaan fuseren en vormen samen een nieuwe grotere uitgeverij, ofwel zij worden opgenomen in een reeds bestaand groter bedrijf.