‘Goedenavond’, zei Joachim beleefd. ‘Ik heb U hier nooit eerder gezien. Bent U hier nieuw?’
De poes keek hem dromerig aan en mompelde wat.
‘Wat zegt U?’ vroeg Joachim. ‘Ik vroeg of U hier pas bent komen wonen. Ze hadden hier geen poes, voor zover ik weet.’
‘Mompelemompelemom’, mompelde de poes.
‘Het spijt me maar ik kan U ècht niet verstaan’, zei Joachim weer. ‘Het zou misschien prettiger zijn als U íets duidelijker wilde praten. Maar laat ik mij eerst even voorstellen: ik ben Joachim de Geleerde Kater.’
De poes keek hem nog dromeriger aan dan eerst en mompelde weer:
‘Mompelemompelemom.’
Vreemd, dacht Joachim. Die poes kan alleen maar mompelen. Nu, ik heb mijn best gedaan om een beleefd gesprek aan te knopen, meer kan er niet van mij worden verwacht.
En hij maakte een buiginkje voor de poes en zei:
‘Ons gesprek kwam een weinig van één kant maar we hebben toch heel gezellig gepraat. Goedenavond.’
De poes knikte hem vriendelijk toe en antwoordde:
‘Mompelemom.’
Toen Joachim weer thuis was, riep hij:
‘Meester Pompelmoes, ik heb nu wel zo'n raar wezen ontmoet! O, ze zag er keurig uit, hoor, een heel fatsoenlijke zwart-en-wit gevlekte poes, maar toen ik een beleefd praatje met haar maakte, deed ze niets dan mompelen!’
Meester was bezig met huiswerk nakijken en hij mompelde verstrooid:
‘Wat zeg je? Een poes die alleen maar kan mompelen? Nouja, niet iedere kat kan zo geleerd praten als jij, Joachim.’
‘Dat weet ik ook wel’, zei Joachim ongeduldig. ‘De meeste katten en katers kunnen helemáál niet praten, behalve dan in