Maar op een dag voelde het mannetje zich zo ontzettend verschrikkelijk ongelooflijk moe, dat hij dacht: nu moet die dokter toch maar eens opgebeld worden. En hij riep één van de tien dienstbodes en vroeg of ze de duurste dokter van het hele land wou opbellen. Dat deed die dienstbode en dezelfde avond nog kwam de duurste dokter van het hele land in de duurste auto van het hele land naar het mannetje toegereden.
‘Zo’, zei de dokter toen hij naast het bed van het mannetje zat, ‘dus U bent ziek.’
‘Ik ben moe’, zei het mannetje.
‘Zozo’, zei de dokter. ‘Ja, dat kan voorkomen.’
Hij onderzocht het mannetje van top tot teen en zei toen:
‘Ik zal U precies zeggen wat U doen moet, maar dat kost U duizend gulden. Ik ben nu eenmaal de duurste dokter van het hele land.’
‘Goed’, zei het mannetje. ‘Pakt U het geld maar uit de bovenste la van het buffet. Ik ben daar te moe voor.’
De dokter pakte zijn duizend gulden en zei:
‘U moet een wereldreis gaan maken.’
‘O nee’, jammerde het mannetje. ‘Daar ben ik veel te moe voor.’ ‘Er zit niets anders op’, antwoordde de dokter.
‘Vooruit dan’, zuchtte het mannetje. ‘Wilt U even opbellen om een vliegtuig te bestellen? Zegt U maar dat het voor mij is en dat er twee bedden en een divan in dat vliegtuig moeten staan. En mijn drie koks gaan ook mee.’
‘U begrijpt mij helemaal verkeerd’, zei de dokter. ‘Ik bedoel dat U moet gaan lopen.’
‘Lopen!’ riep het mannetje uit. ‘Een reis om de wereld en dan lopen?’
‘Er zit niets anders op’, zei de dokter. ‘Een goede wandelstok mag