Beschryvinge ende lof der stad Haerlem in Holland
(1628)–Samuel Ampzing– Auteursrechtvrij
[pagina 139]
| |
Als Cruel soete stem tot Haerlem was gehoord
Nu vijf en dertig jaer naer luyd van Godes woord,
Doe heeft des Kunst'naers hand dit beeld gemaekt naer 'tleven,
Maer 'slevens kragten selfs de kunste niet kan geven.
Siet Crucius, als hy, Gods Knecht, des Heren scharen
Had met sijn mond geweyd schier vijf en dertig jaeren.
De Schilder geeft u wel sijn beeld, maer sijn verstand
En kan niet sijn vertoond door enig Meesters hand.
Hoe deed Acronius noch korts sijn wijsheyd blijken!Ga naar margenoot+
Wiens tonge moster niet voor sijne tonge wijken?
Hoe branden sijne reen door yver opgestookt!
Hoe dickwils heeft de stoel gedaverd, en gerookt!
De schriften die hy heeft in druck in't licht gegeven,
Met-namen tegens 'trijk des Antichrists geschreven,
Getuygen van sijn geest, en van sijn kloek verstand,
Dat God door sijnen geest had in sijn breyn geplant.
De dood die heeft hem ook met sijnen schicht geschoten,
De dood die heeft hem ook in't swarte graf gestoten:
Dus is sijn aerden-hut in d'aerde neergedaeld,
En sijne siel van God ten hemel ingehaeld.
Daer leefd hy by den Heer in alle eeuwigheden,
Met alle knechten Gods, die oyt den Heer beleden,
En streden voor sijn eer, daer blinkt hy voor den troon,
Met alle Sterren Gods, voor God, en sijnen Soon.
Iohannes Acronius, Frisius. Heeft in't licht gegeven Apologiam, ofte Verandwoordinge des Edicts, welker van ein erbar Rhadt der Stadt Groeningen jegen der Wederdoper unde ander Secten onordningen ahm 7 September des jars 1601. geplublicieret, unde dorch einen ungenomeden Libertiner mit allerleije valsche unde nichtwerdige geschreij aengebellet is worden. Gron. 1602. Erinneringe vande Beropinge der Prediger, wodanig, und dorch wehm de sulve geschen sal. Sampt ook wat van dem Iure Patronatus, ofte Collations-rechte over de Kerklicke Beneficien tho holden sij. Gron. 1604. Syntagma Theologiae, seriem & connexionem praecipuorum Capitum Doctrinae coelestis perpetuis tabulis quam brevissimè ob oculos ponens. Gron. 1605. Elenchum Orthodoxum Pseudo-Religionis Romano-Catholicae, plu- | |
[pagina 140]
| |
rimos & gravissimos errores moderni Papatus de praecipuis Christianae Religionis Capitibus sic percensens, ut indè necessitas ejus deserendi & abrogandi, ac reformandae ab eodem Ecclesiae, sat omnibus appareat. Oppositus Papatui in Cliviâ. Davent. 1615. Problema Theologicum de nomine Elohim. An eo personarum in Deo pluralitas insinuetur. Gron. 1616. Problema de Studio S. Theologiae rectè privatim instituendo. Item de Concionibus Ecclesiasticis aptè formandis & habendis. Franeq. 1618. Vytmonsteringe van verscheydene Dolingen ende ongerijmde opinien der genaemde Luterschen, in dese landen onlangs in enige Chartabellen, om die eenvoudigen te verwerren, uytgegeven. T'Aernhem. 1625. Sterf den 29. Sept. 1627. |
|