Beschryvinge ende lof der stad Haerlem in Holland
(1628)–Samuel Ampzing– AuteursrechtvrijVanden Weligen-Berg.Had. Iun. Bat. Cap. III. Tumulum a. Delitiosum nomino cum vulgo (qui Welige-berg vocatur) quod veteri religione ac ritu novae nuptae cum aequalibus eó solent altero nuptiarum die quadrigis pervehi, velut valedicturae solatiis turbae puellaris, actaequè hactenus cum illis consuetudini, tanquam matrimonium nunc religiosum ipsis sit amare, parataequè sint illic obruere anteactae vitae oblectamenta, domesticis rei familiaris curis jam initiatae, vagis amoribus imposito modo. Ik noeme desen heuvel met het gemeyne volk den VVeligen-berg, om dat de nieu-getroude bruyden met heure speelnooten op den tweden dag des bruylofts naer ouder gewoonte daer plagten met wagenen gevoerd te worden, om heur vermaek ende geselschap met de maegdekens op te seggen, als die nu alleen werk maekten het houwelijk te beminnen, ende die nu bereyd waren heuren lust van heur vorig leven af te breken, de sorgen ende bekommerniszen van de huys-houdinge ingelijfd sijnde, de wilde ende vliegende liefde een eynde gemaekt hebbende. Of doet gy Heem-stee op, vast aen het duyn, en tegenGa naar margenoot+
'Twijd water van het Meyr, in't vlacke veld gelegen,
Een dorp dat sijns gelijk van lustigheyd niet heeft,
En ons in overvloed seer soete rapen geeft:
Alwaer het Heren-huys, seer schoon, en hoog verheven,
(Waer vande naem haer is van't Hooge Huys gebleven)Ga naar margenoot+
Ver boven het geboomt, van't vliegend-wild bewoond,
Seer prachtig inde locht sijn steylen kop vertoond.
Dit mag ik van dit Huys niet laten aen te roeren,
Hoe dat het vrijheyd heeft en recht het swaerd te voeren,
Hetgeen men Hals-recht noemd, dat Koning Willem daerGa naar margenoot+
Gesticht heeft voor die geen so wie dood-schuldig waer.
|
|