| |
| |
| |
Zestiende hoofdstuk.
Wat is het vreemd stil vanmorgen, verwonderde Puck zich, terwijl ze de deur van
haar kantoortje opende. Ze groette vluchtig mademoiselle Françoise, de typiste
met wie ze een vijandig-onverschillige vriendelijkheid onderhield en zette haar
hoedje af voor de Spiegel. Onmiddellijk stond haar kamergenoot naast haar.
‘Weet madame het al?’ fluisterde zij haastig en bijna struikelend over haar
woorden, ‘dat madame Rose er niet is, dat madame vannacht een crise de nerfs
heeft gehad, boven, in de studio van monsieur Panatelli...? Dat zij is flauw
gevallen en met een ambulance naar een kliniek in Passy is gebracht?’
Met een ruk draaide Puck zich om. Haar eerste onmiddellijke reactie was: Dat is
niet waar - dat kàn niet waar zijn! Madame Rose was altijd paraat, elke morgen
prompt op tijd; madame Rose kon in het bedrijf niet gemist, geen dag, geen
uur... Om half óón kwam de prinses van Assisi met haar dochter voor de trousseau
en de bruidsjapon, de belangrijkste bestelling van het gansche jaar, in de
middag kwam Berthe Bouvry, de beroemde actrice, passen en om half zeven zou de
conferentie met de Lyonsche zijde fabrikanten zijn...
De deur ging zachtjes open en Kitty stak haar hoofd om de hoek. ‘Heb je ervan
gehoord?’ vroeg ze in het Hollandsch, al even opgewonden als de typiste. ‘De | |
| |
bom is gebarsten. Vannacht... hier in zijn studio. Het schijnt dat
ze er wekenlang op geloerd heeft, Bertrand heeft aan madame Eline verteld...’
O! Het geldets! Het hysterisch geroddel van twee honderd veertig uit de band
geslagen vrouwen, zoodra ze de ijzeren hand, die haar allen in bedwang hield
niet meer voelden! Puck's knieën begonnen te trillen, haar hart bonsde van
ontsteltenis. Ze begreep erdoor, in een flits van verwondering, hoe zij in het
halve jaar, dat ze hier werkte was gaan houden van het ‘bedrijf’; het roezige
jachtige boeiende bedrijf, dat zijn harteklop kreeg door de kleine leelijke
directrice.
‘En hij?’ vroeg ze haar zuster. ‘Wat doet hij? Is hij hier? Heeft hij maatregelen
genomen?’
‘Hij heeft zich opgesloten in zijn studio en wil niemand zien. Wat er precies
gebeurd is weten we niet, het drama moet zich vannacht hebben afgespeeld. Toen
de portier vanmorgen kwam lag er een damesschoen en een kapotgescheurde
avondmantel op de trap, de ambulancewagen stond voor de deur en twee infirmiers
droegen madame Rose...’
‘En de rouw van de hertogin van Toledo, die vanavond klaar moet zijn...’ ging het
door Puck's hoofd; ‘en de eerste essayage van Berthe Bouvry, die zoo
verschrikkelijk lastig en wispelturig is...’
De telefoon belde. Mademoiselle Françoise ging naar het toestel; ‘Ah non, pas
aujourd'hui! C'est absolument impossible madame, parce que...’ Meteen stond Puck
naast haar en trok haar de hoorn uit de handen. Ze lette niet op de woedende
blik van het typistetje, ze wist niet wat ze ging zeggen, noch wat er aan de
andere kant van de lijn werd verlangd. Ze wist alleen, dat de catastrofe op dit
oogenblik ten koste van alles moest verzwegen.
| |
| |
‘De la part de qui?’ vroeg ze rustig. ‘Maar natuurlijk kunnen wij madame
verwachten. Om hoe laat wenscht madame te komen? Om kwart voor vier in plaats
van half vijf? Mais parfaitement. We zullen het noteeren.’
‘U wilt wel zoo goed zijn,’ zei ze glimlachend maar bevelend tot het jonge
meisje, ‘om voorloopig geen enkele aanvraag af te zeggen. Er is alle kans dat
madame Rose er vanmiddag weer is.’
Kitty zat op de hoek van Puck's bureau en schilderde haar lippen.
‘Mocht je willen,’ zei ze laconiek. ‘Rose komt in geen weken terug, in geen
maanden misschien. Madame Clothilde heeft getelefoneerd met de dokter van de
kliniek. Ze is totaal overspannen èn overwerkt, heeft absolute rust en isolatie
noodig. En hier loopt de boel natuurlijk spaak...’
Weer belde de telefoon. Weer luisterde mademoiselle Françoise. Met de hand op de
hoorn fluisterde ze snel en boos: ‘Wat moet ik zeggen? Monsieur Guérin van het
Syndicat des Dentelles wil vanmiddag madame Rose zelf...’ Weer nam Puck de
telefoon over, geduldig luisterde ze naar het lange relaas van den
ongemakkelijken president van het syndicaat. En plotseling vond zij een
uitvlucht, ze wist niet hoe... ze had geen oogenblik tijd gehad om het te
overleggen: ‘Madame Rose is vanmorgen uitgegleden op de trap van haar woning en
heeft haar voet verstuikt. Niets ernstigs, maar het zal haar dwingen enkele
dagen absolute rust te nemen...’
Kitty grinnikte terwijl ze de deur achter zich sloot; mademoiselle Françoise
siste veelzeggend tusschen haar saamgeklemde lippen en begon met ostentatieve
haast te tikken. Aan de telefooncentrale meldde Puck: ‘Wilt u madame Clothilde
en al de chefs d'atelier vragen om onmiddellijk in het kantoor van madame Rose
te komen?’
| |
| |
Terwijl ze de trap af naar de eerste étage liep, maakte ze voor zichzelf uit, dat
deze autoritaire eigengereide manier van handelen haar wellicht haar baantje zou
kosten. Natuurlijk behoorde ze eerst naar Panatelli te gaan om zijn orders te
vernemen. Haar positie in zijn huis veroorloofde haar volstrekt niet over
belangrijke dingen te beslissen. Maar Panatelli's emotionaliteit zou hem, naar
ze voorzag, voorloopig volkomen ongeschikt maken om rustig te overleggen of
belangrijke beslissingen te nemen. En iedere minuut kwam er op aan. De chefs
d'atelier moesten het geroddel van de naaisters stoppen. Madame Clothilde moest
de mannequins tot zwijgen dwingen. Met Bertrand, den portier, zou ze zelf gaan
spreken. Ieder van de opgewonden, overstuur geraakte vrouwen moest begrijpen dat
ze haar eigen belang diende wanneer ze voor de cliëntèle de waarheid verzweeg.
Het was kort voor de opening van het seizoen, wanneer madame Rose's afwezigheid
bekend werd, zou het bedrijf aan alle kanten schade lijden.
Puck vond madame Clothilde in het groote ongezellige ‘Comptoir’. Hard en vijandig
stonden haar omkohlde oogen in een vertrokken, wit gezicht waarop de
geschilderde blosjes zich grel afteekenden. Zij bevestigde wat Kitty verteld
had, madame Rose kwam niet meer, ze zou weken, vermoedelijk maanden absolute
rust moet en nemen. Een oogenblik later vulde zich het vertrek met de negen
chefs d'atelier, verstoorde, nerveuze en boos fluisterende vrouwen. Madame
Charlotte van de ‘Ceremonies’, madame Eline van de ‘Broderies’, madame Berthe
van de ‘Petites Robes’, madame Dorine van de ‘Deuil’. Puck kende haar slechts
bij naam, zij wist alleen, dat zij allen veeljarige, zelfbewuste en in het
bedrijf onmisbare krachten waren. Maar evenzeer wist ze, dat hun altijd waakzame
| |
| |
ijverzucht, die de winst van een ander onmiddellijk boekte als
eigen verlies, haar, de vreemdeling, al deze maanden met leede oogen als de
rechterhand van madame hadden gezien, ze voelde thans haar zwijgende, strakke
vrouwen-vijandigheid toen ze zich met haar beminnelijkste glimlach
verontschuldigde, dat zij hen had laten roepen. Dan legde ze hen het doel met
enkele zinnen uit. Mesdames begrepen stellig, evenals zij zelf, hoe noodzakelijk
en in aller belang het was om, als bij elke andere catastrofe, de opgewonden
gemoederen te kalmeeren. De cliëntèle mocht geen spoor bemerken van
moeilijkheden of stagnaties in het huis. Daarom moesten zij allen de fabel van
Rose's verstuikte enkel met zooveel overtuiging vertellen, dat zij haar
tenslotte zelf geloofden... Puck opperde het luchtig en half als een grap, maar
met de sterke innerlijke wil, dat zij zouden aanvaarden wat zij zei, dat zij
haar één voor één zou dwingen om te doen wat zij verlangde. En zij voelde zich
verwonderlijk rustig en sterk worden terwijl zij sprak, alsof ergens diep in
haar geest, achter de bewuste gedachten, kracht en kalmte vochten met de angst
en de nervositeit welke zij zelf daarstraks, toen ze de fatale tijding hoorde,
had gevoeld. Zij herinnerde zich, hoe ze een paar maal in haar leven, wanneer
zij plotseling voor een gevaar of een uiterst moeilijk probleem werd gesteld,
diezelfde diepe rustige kalmte als uit een verborgen onvermoede bron had
verkregen. En tegelijk daarmee een macht van overreding en overtuiging, een
overwicht op anderen, waarover ze zelve verwonderd en bijna ontsteld was
geweest.
Met madame Dorine en haar beste essayeuse wilde zij zelf om twaalf unr naar het
hotel van de hertogin van Toledo gaan om de rouw te passen. Natuurlik zou de
oude dame woedend zijn, wanneer madame Dorine in | |
| |
plaats van madame
Rose kwam en ook hier moest het sprookje van de verstuikte enkel dienen.
Moeilijker werd het met de trousseau van de prinses van Assisi. De bruidsjapon
met het fortuin aan echte oude kanten moest vandaag voor de eerste maal gepast
en de moeder van de bruid was een der lastigste klanten, nooit tevreden,
gierig-pingelend tot op vijf Lire en met een slechte smaak, die telkens weer de
spot en de verontwaardiging wekte van de mannequins en de verkoopsters. Maar
Puck zou de prinses, die zeer slecht Fransch en veel liever Italiaansch sprak,
te woord staan en uitleg geven en samen met madame Berthe en madame Charlotte
zouden de essayeuses zich dan stellig door de moeilijke opgaaf heenslaan.
‘En Berthe Bouvry? Cet après midi?’ vroeg plotseling de overslaande, bijna
schreeuwende stem van de kleine oude madame Claire, die al sinds jaren de
toiletten van de groote actrice verzorgde. Puck begreep... dat gaf vandaag de
grootste moeilijkheid. Dat, en de conférence met de zijde fabrikanten, Ze wist,
dat ze de vijandigheid van deze vrouwen niet overwonnen had, maar ze voelde, dat
ze zich voor het oogenblik schikten naar de bevelen, die zij ingekleed had als
verzoeken, zooals in alle tijden van gevaar de vele stuurloozen zich intuïtief
onderwerpen aan de enkele rustige, die zonder vragen of weifelen de leiding
nemen.
‘Wat Berthe Bouvry betreft,’ zei ze glimlachend, ‘maakt u zich daarover geen
zorgen, die zal monsieur Panatelli zelf ontvangen.’
‘Ah! Par exemple!’ barstte madame Clothilde uit en al haar haat voor den
vrouwenverleider klonk in die lach, ‘Il ne fera jamais ça. Hij komt nooit bij de
essayages van de actrices, n'est ce pas madame Claire? Daar kunnen zijn zenuwen
niet tegen en Berthe Bouvry | |
| |
kan hij al sinds jaren niet luchten of
zien.’ Puck glimlachte, zij glimlachte rustig naar de kleine, bijna schreiende
madame Claire. ‘Stel u gerust, madame, monsieur Panatelli zal bij de essayage
van Berthe Bouvry assisteeren. Ik sta u er borg voor, madame, hij zàl er zijn.’
Een onderhoud van twee minuten met Bertrand in zijn loge; een biljet van honderd
francs om zijn stil-zwijgen - zoolang het duurde - te koopen en een gesprek van
een half uur met de zenuwachtige ratelende, opgewonden, onhandelbare mannequins,
die van het drama genoten als van een opwindende film. Met moeite had Puck haar
overtuigd, dat het aller belang was om rustig te zijn en stipt te zwijgen; werd
de goede gang van het bedrijf verstoord, begreep de vaste cliëntèle, dat madame
Rose, de allesbeheerschende, niet slechts voor enkele dagen doch voor lange tijd
ontbrak, dan zouden ze juist nu wegblijven, bij de Ouverture van het seizoen. Er
waren meer dan honderd huizen van Grande Couture in Parijs. En voorbeelden te
over, dat een zaak, die in veel jaren een reputatie moeizaam had opgebouwd, in
enkele weken of maanden naar de grond ging. Om deze tijd van het jaar had elk
huis zich van mannequins voorzien, zouden zij zeker geen positie krijgen, die
bij deze haalde.
Ze voelde haar hart weer onrustig bonzen terwijl ze de trappen naar Panatelli's
studio beklom. Nu wachtte haar het onderhoud met den chef, wien ze verslag zou
moeten doen van alles wat ze daareven op eigen hand kwaad of goed, maar met een
volslagen onrechtmatige autoriteit had beslist en bevolen. ‘Hij kan me er
hoogstens uitgooien -’ dacht ze, terwijl ze klopte en nòg eens klopte, totdat ze
morrelend aan de deurknop voelde, dat de deur was afgesloten.
| |
| |
Een toonlooze klagende stem verzocht om stilte... zij stoorde er zich niet aan,
klopte weer en vroeg dwingend om te worden binnen gelaten, ten laatste hoorde
zij slepende stappen en de grendel werd verschoven.
Robert Panatelli droeg nog zijn sterk-getailleerde rok en in de glanzende revers
een witte bloem, die hij er de vorige avond triomfant en zorgeloos had
ingestoken. Maar zijn boord was verzakt, zijn lange, gewoonlijk onberispelijk
gladde haren hingen verward over zijn roodbeloopen oogen, op zijn bleek gezicht
lagen vlekken als bij een kind, dat toomeloos geschreid heeft. Zoo zielig was
hij, zoo poover en zonder een zweem van waardigheid, dat Puck, intuïtief en als
onder een ondragelijke beschaming haar oogen van hem afwendde en neersloeg.
En onmiddellijk registreerde zij toen de wanorde in de dompe zwoele kamer, een
stoel omvergesmeten, leege glazen op een kleine tafel en een omgeworpen
champagneflesch, waarvan de inhoud een donkere vlek over het zilverlichte tapijt
trok... Vrouwenkleeren lagen in een verwarde hoop op de breede divan met de
kostbare dierenhuiden.
Hij had haar zwijgend binnengelaten, nu zette hij zich achter zijn bureau en het
gebaar waarrnee hij zijn handen ophief, uitstrekte en op het kristallen blad
liet vallen, was zoo overdreven-dramatisch, dat zij deernis en schaamte vergat
en moeite had om haar glimlach te verbergen.
‘Waarom bent u niet onmiddellijk hier gekomen?’ klaagde hij met een van zenuwen
overslaande stem; ‘u had toch kunnen begrijpen, dat ik u noodig heb. Ik moet
confereeren met de chefs d'atelier, met de vendeuses, met de mannequins... Er
moet getelegrafeerd aan de heeren uit Lyon, die vanmiddag zouden komen. | |
| |
Ik heb een migraine, die mij belet te denken. Er trekken floersen
voor mijn oogen. Ik ben gebroken, mijn levenswerk is gebroken... de toekomst van
mijn huis...’
Op de leuning van de fauteuil waarbij Puck stond, lagen de persianer mantel en
het hoedje van madame Rose. Panatelli's hand, die zoo beefde, dat de platina
armband rinkelde, wees er naar met een melodramatisch gebaar, dat haar weer een
glimlach naar de lippen dreef.
‘Voor het oogenblik,’ zei ze met haar kalmste stem, ‘is het absoluut noodig, dat
u naar huis gaat om een bad te nemen, u te scheren en te verkleeden.’
Hij hief zijn hangend hoofd met een ruk en zijn vreemde, roodbeloopen oogen keken
haar aan met een mengeling van woede en verbijstering. Ze verwachtte, dat hij
snauwend uit zou vallen en haastig sprak ze door: ‘Ik zal telefoneeren am uw
wagen. Het is kwart over tienen. U kunt dan makkelijk vóór half een terug zijn
om de prinsessen van Assisi te ontvangen...’
Hij wenkte af met zijn gewone autoritaire handgebaar. ‘Ik ontvang vandaag niemand
en zeker niet die oude helleveeg. Ik ben niet in de stemming, ik kan niet.’
‘De prinsessen van Assisi behooren tot de voornaarnste klanten van het huis.’
ging Puck onverstoorbaar door. ‘De trousseau van prinses Bianca is de
belangrijkste bestelling van het heele jaar. Het is absoluut noodig, dat u zelf
aan de moeder uitlegt, dat madame Rose haar enkel heeft verstuikt en eenige
dagen volstrekte rust moet nemen...’
Nu keek hij haar aan, voor het eerst ontmoetten hun oogen elkaar, zijn gezicht
verstarde van verbazing, zijn vingers frutselden nerveus aan de verkreukte
boord. ‘Hoe weet u... wie heeft u gezegd...?’ begon hij hakkelend in heftige
emotie.
‘Madame Rose heeft haar enkel verstuikt,’ zei Puck | |
| |
terwijl ze hem
strak aan bleef zien, maar haar knieën begonnen weer verraderlijk te trillen; ze
voelden alsof ze geknikte stokken waren, die zoo dadelijk ineen zouden zakken.
‘Ik heb gezorgd, dat madame Clothilde en al de vendeuses en de chefs d'atelier
het weten. Mijn typiste weet het en de portier, zoodat alle maatregelen genomen
zijn...’
Een stilte... Ze bukte zich en zette de omgevallen stoel overeind. Ze raapte de
leeggeloopen champagneflesch op en een kleine aan flardens gescheurde zakdoek,
nàg doorweekt van tranen. ‘U hebt twee uur tijd,’ constateerde ze, terwijl ze de
persianermantel en het hoedje over haar arm nam. ‘U kunt makkelijk op tijd terug
zijn om de prinses en haar dochter te ontvangen en haar mee te deelen, dat
madame Rose vanmorgen toen ze de trap van haar appartement afging, een ongeval
is overkomen.’
Nog altijd zat hij doodstil maar bij elke beweging, die ze maakte, voelde ze zijn
oogen scherp op zich gevestigd. Zijn kinderachtig-roodbeschreide oogen, die haar
voor de eerste maal - ze realiseerde het opeens met wrange stelligheid - voor de
eerste maal ‘zagen’.
‘Vous...’ begon hij eindelijk moeilijk en langzaam, ‘vous autres hollandais, u
hebt geen zenuwen nietwaar... geen emotionaliteit...?’
‘Bdooft u,’ viel Puck hem in de rede, dicht bij hem staande, zich buigend over
zijn zielig gekromde rug, ‘dat u om half één punktueel terug zult zijn? Begrijpt
u dat het van het allergrootste belang is?’
‘Maar ik ben òp... ziek... dat ziet u toch! Ik heb een ondragelijke migraine...’
‘Belooft u het... op uw eerewoord?’
‘Mais oui... il faudra que je vous le promets.’
| |
| |
In de Cendre-de-Roses-passalon wachtte Puck met madame Charlotte, madame Eline en
de essayeuse van de Ceremonies, terwijl drie speldenraapstertjes het zware,
kostbare bruidsldskleed met de meterlange sleep over haar armen droegen. Zij
stonden ‘en haye’ geschaard en maakten allen de voorgeschreven diepe neiging
toen Panatelli met zijn diplomatenhoffelijkheid de deur opende voor de
prinsessen van Assissi. Hij had haar beneden in de hall ontvangen en zelve in de
lift begeleid; hij droeg weer zijn onberispelijke cut-away, zijn gitzwarte haren
glansden als een helm, zijn olijfbleeke gezicht stond weer voornaam en
beheerscht als altijd. Alleen aan de flakkerende blik van zijn oogen was zijn
zenuwachtigheid te bemerken en wanneer zijn hand met een gewoonte gebaar steunde
tegen een gordijn of een deurpaneel, verried het zacht tinkelen van zijn
armband, dat hij beefde.
Als acteurs vóór een moeilijke en slecht ingestudeerde première hadden de twee
chefs d'atelier gevit en zich verzet tegen alles wat door Puck werd voorbereid,
terwijl de essayeuse, die altijd werkte onder de directe leiding van madame
Rose, voortdurend voorspelde, dat alles verkeerd zou gaan en men het dan
achteraf op haar zou verhalen.
Want de formidabele prinses Margaritha, forsch als een Walkure, met een Dantekop,
een platte breedgevleugelde neus en smalle lippen, werd door haar allen gevreesd
om haar veeleischendheid en onberekenbaar humeur, over haar schrielheid en haar
slechte smaak deden de vendeuses en de mannequins de ongelooflijkste verhalen.
‘Waar is madame Rose? Waarom laat zij zich wachten?’ vroeg dadelijkhaar
autoritaire stem in slecht uitgesproken Fransch, terwijl zij naar de sofa
schreed.
| |
| |
Panatelli, die Italiaansch verstond maar het niet spreken kon, gaf uitleg. De
prinses scheen hem niet te begrijpen. ‘Haar voet verstuikt? Maar dan is ze toch
niet bedlegerig? Dan kan ze toch hier zijn voor de essayage van mijn dochters
bruidsjapon? Zij weet toch, dat de oude Venetiaansche kanten een fortuin
vertegenwoordigen? Zij weet toch dat Hunne Majesteiten bij het huwelijk
tegenwoordig zullen zijn?’
Puck ving de radelooze blik van den meester. En zij deed wat zij madame Rose
ontelbare malen had zien doen, zij trad achter de sofa waarop de booze dame
gezeten was en naar haar overgebogen, sprak zij zacht en gedempt aan haar oor.
En legde uit, in haar mooiste, zangerigste Italiaansch: ‘Natuurlijk wist madame
Rose dat, Uw Hoogheid. Zij stond op het punt haar pijn en invaliditeit te
trotseeren om hier naar toe te komen, toen haar dokter haar op het portaal
tegenkwam en haar met de strengste bevelen voor absolute rust heeft opgesloten
in haar kamer.’
Er kwam geen antwoord. Ze vond haar uitvlucht zielig doorzichtig. Madame Rose
zelf kon zooiets heel wat beter. Wat madame Rose zei met haar overtuigende
glimlach, klonk altijd geloofwaardig.
De prinses scheen zich te schikken in het onvermijdelijke. Zij zette een groote
schildpadden bril op haar platte neus en zag fronsend toe hoe de vlugge handen
van madame Charlotte en de essayeuse de zware robe van wit moiree over het
smalle vormlooze lijfje van haar dochter tilden. Maar nauwelijks was het kleed
vastgehaakt of als een waterval begonnen haar klachten en aanmerkingen te
vloeien. Dat wit was ongetwijfeld veel blauwer dan zij had uitgezocht, het stond
afschuwlijk bij de teint van prinses Bianca. De rok bleek te kort van voren,
madame Rose had geweten, dat zij de | |
| |
rok staande op de grond
begeerde, de sleep viel scheef, het décolleté was te diep, zij had madame Rose
nog speciaal op het hart gedrukt om voor een uiterst kuisch décolleté te zorgen.
De plooien van het corsage lagen verkeerd en totaal anders dan op de schets, die
madame Rose haar getoond had...
Puck zag het gezicht van Panatelli grauw worden van verontwaardiging. Hij was
gewend de lof te oogsten wanneer alles voltooid was en alle moeilijkheden
overwonnen waren; de klachten, grieven en onredelijke verwijten had zijn trouwe
compagnon hem immer bespaard.
Met heftige woorden begon hij zijn ontwerp te verdedigen. De robe zat
voortreffelijk en juist zooals hij het bedoeld had, er behoefde niets dan een
paar onbeteekenende kleinigheden aan veranderd. Hij was geinspireerd geweest
door een schilderij van Veronese in het museum van Padua, hij had zich
ontzaglijke moeite getroost om iets te vinden, dat paste bij de jeugd van de
bruid, haar kinderlijke vormen vroegen om deze eigenaardige, zeer bizondere
plooien...
‘Je vous prie monsieur,’ viel de harde stem van de prinses tusschen zijn
bloemrijke zinnen. ‘Onze tijd is zeer kostbaar. Nu madame Rose er niet is,
prefereer ik te spreken met madame, die tenminste mijn taal verstaat en kan
antwoorden op mijn vragen.’
En Puck, die niet meer in Panatelli's richting dorst tezien, imiteerde madame
Rose. Ze luisterde glimlachend en toegewijd, ze schonk aan elke wensch en elke
aanmerldng haar volledige aandacht. Terwijl ze de stroom van onredelijke eischen
en aanmerkingen vertaalde, zag ze de gezichten van de twee chefs d'atelier en de
essayeuse hoe langer hoe boozer en ongelukkiger worden - het deed er niet toe -
straks zou ze het wel goed maken. | |
| |
Een klant, had madame Rose
geleerd, had altijd gelijk, mocht nooit, zelfs niet op haar grootste
onredelijkheid, worden tegengesproken. En wat Rose vermocht, wrevel en onwil
ovenvinnen en de lastigstelen meest-eischende voldaan en tevreden stemmen -
waarom zou ook zij dat niet kunnen wanneer ze het wilde, met die
krachtvan-geest, die ze vandaag zoo wonderbaarlijk tot haar beschikking had?
‘Wat spreekt u uitstekend Italiaansch!’ prees plotseling de kleine schuchtere
prinses Bianca, die meer een kostschoolmeisje dan een bruid geleek. Madame Eline
had haar het kapje van goud filigrain en paarlen op de blonde vlechten gezet en
de sluier van kostbare oude kant daaraan bevestigd; nu stond ze in stille,
ademlooze verrukking voor haar spiegelbeeld, denkend hoe jammer het was, dat
haar vriendinnen van de kloosterschool haar zoo niet zagen en met een
plotselinge dankbare behoefte om iemand iets vriendelijks te zeggen.
‘Ja inderdaad uitstekend,’ beaamde terloops welwillend de moeder, wier humeur in
de laatste minuten met sprongen verbeterd was. De teere omlijsting van de
kostbare kant gaf het al te schrale lijfje en het weinig voordeelig
kindergezicht een onverwachte fragile schoonheid. De fantastisch rijke
bruidegom, die een kenner heette van vrouwenschoon zou het ongetwijfeld weten te
waardeeren...
‘Hebt u in Italië gewoond, madame?’
Puck was neergeknield om de essayeuse te helpen, die nog aldoor werkte, met van
agitatie bevende handen, om de zoom van de sleep te verspelden. Sinds het
oogenblik, dat Puck in plaats van Panatelli de leiding in handen nam, had madame
Charlotte zich gepikeerd in een hoek van het vertrek teruggetrokken.
| |
| |
‘Ja, Uw Hoogheid, ik woonde eens vier wintermaanden in Rome.’
De oude prinses was opgestaan om de totaal indruk van het toilet van een afstand
te beschouwen. Panatelli leunde onbeweeglijk tegen de schoorsteen in zijn
geliefkoosde houding; zijn gezicht stond boos en boudeerend als van een
onredelijk gestraft kind. Door de groote bril tuurden de haviksoogen van de
prinses. ‘Daar,’ wees ze met de punt van haar voet aan de twee knielende
vrouwen, ‘is het verloop van de zoom verkeerd.’
Er stak Puck een duiveltje. Ze zag het jonge meisje diep blozen bij de grofheid
van haar moeder. ‘Ik logeerde toen bij de prinses van Piémont,’ voltooide ze
haar antwoord, terwijl ze de spelden verstak; ‘die is sinds vele jaren een
vriendin van mijn moeder.’
Een stilte viel. Ze genoot er elke seconde van.
‘De prinses van Piémont,’ vertelde het bruidje blozend in haar kanten, ‘is een
eigen nicht van de hertog, mijn verloofde.’
Puck voelde Panatelli's oogen in haar rug. Voor de tweede maal deze dag ‘zag’ hij
haar, daarvan was ze zeker!
|
|