October.
De eerste dag op school.
17, Maandag.
Vandaag is de school weer begonnen. De drie maanden vacantie, die ik buiten heb doorgebracht, zijn als een droom voorbijgegaan...
Mijn moeder ging dezen morgen met mij mede om mij voor de derde klasse te laten inschrijven. Ik dacht aan m'n vacantie, en met tegenzin ging ik naar school. De straten wemelden van jongens, de twee boekwinkels waren vol vaders en moeders, die tasschen, schriften en leien kochten, en vóór de deur der school bevond zich zulk een opeenhoping van menschen, dat de concierge en de politieagenten met moeite den toegang vrij hielden. Toen wij dicht bij school waren gekomen, voelde ik mij op den schouder tikken en zag achter mij mijn onderwijzer van de tweede klasse, wiens roode haren altijd in de war zitten en die steeds vroolijk is; hij zeide tegen mij: - ‘Wij zullen nu in het vervolg gescheiden zijn, Enrico!’ - Ik wist het wel, maar toch deden mij die woorden verdriet. Met moeite kwamen wij eindelijk binnen. Heeren, dames, vrouwen uit het volk, werklieden, ambtenaren, grootmoeders, bedienden, allen met een jongen aan een hand, en in de andere het bewijs van overgang in een hoogere klasse der kinderen, verdrongen zich in de wachtkamer en op de trap, en maakten een leven alsof men bij het aangaan van een schouwburg stond.
Ik was blij de groote kamer beneden terug te zien, waarin de deuren van zeven klassen uitkomen, en