Hondert geestelyke liederen(1748)–Hieronymus van Alphen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 239] [p. 239] Danksegginge naa eene behaalde overwinninge. Wyse Ps. 118. of X Geboden 1. Siet! d'Overwinning' is des HEEREN: Dies geev' den roem aan GOD alleen! JEHOVAH is de GOD der Eeren; Behalven HEM, en is 'er geen. 2. Grootmachtig WEESEN! dat van booven, Uw' hulpe tot ons needersond; Wy komen uwe GOEDHEID looven; Z' is nieuw geweest te deeser stond! 3. Het dreigend' kwaad, dat ons deed vreesen, Hebt GY genaadig afgewendt; GY toond' ook weederom in deesen Hoe dat G' in nood, Uw schepsel kent. 4. U zy van alles d' Eer gegeeven! Uw' HULP gaf uytkomst in den nood, Uw' LANKMOED spaard' ons nog het leeven; Dat ons niet trof een schiel'ke dood? [pagina 240] [p. 240] 5. Barmhertig WEESEN! wonder goedig! GY syt (schoon vrees'lyk in uw' Macht) Toch teffens, wonderbaar lankmoedig! Wierd' dit voor Zaligheid geacht! 6. Wierd' ook beseft, hoe Gy regtveerdig, Uw' haters egter vinden sult! Nu maaken Sy sig 't heyl onweerdig, En tergen Uw, soo taay, gedult! 7. Wy niet alsoo! Behoud' ô HEERE! Dat toch eens liever Yeder-een Van herte sig tot U bekeere, Op dat w' U dienden in 't gemeen! 8. Nu (Gy) myn' ziel, sult nooyt vergeeten, Het goede, aan U toegebracht, En laat het anderen ook weeten, Op dat s'erkennen deese MACHT! 9. Komt, wie gy syt, de GOEDHEID prysen! GODS Almacht heeft ons by gestaan. Meu loove HEM op alle wysen, En segge: Dit heeft GOD gedaan. Vorige Volgende