Hondert geestelyke liederen(1748)–Hieronymus van Alphen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 234] [p. 234] Ten tyde van swaare gerichten GODS, en bysonder van krankheeden, aansteekende siektens, sterfte, &c. Wyse Ps. 19. 1. WIe is, als GY, ô HEER! Ontsacch'lyk! groot in Eer! Een Heer van Dood, en leeven! Uw' Hand is uytgestrekt; Uw gramschap opgewekt; Wie soude dan niet vreesen! 2. Daar gaat soo meenig heen! Ter plaats van naar geween! Die uw Genae' niet kende! En wy, die leevend' staen, Syn op een' gladde baen: Hoe naa, misschien, ten ende! 3. Rechtveerdig is Uw slaan! Het Volk heeft seer misdaan! Doch, wyl Gy laat betuygen, Dat GY geen dood begeert, Maar dat men sig bekeert, Kom ik (ô GOD!) my buygen! [pagina 235] [p. 235] 4. Geduchte MAJESTEID! 'K aanbidd' uw' Heiligheid! Och dat aan onse Zielen De tucht geheiligt sy! En kwam' Uw heyl naby Dien, die in ootmoed knielen! 5. De schulden: ja! syn groot De meesten kout, of dood! Doch Gy wilt veel vergeeven! Ach mogt' des GEESTES gloed, Om JESUS dierbaar bloed, Die dooden eens doen leeven! 6. Maar, is 't Uw' heil'ge will, Dat ik in deesen still' Met buyging' U verhooge! Soo bidd' ik, laat dit pand, (Myn geest) syn in uw' HAND! En seer barmhertig OOGE! Vorige Volgende