Hondert geestelyke liederen(1748)–Hieronymus van Alphen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende LVII. Heb. XII:7. Want dien de Heere lief heeft, kastyd Hy, enz. Wyse Ps. 91. 1. GEef U (myn Ziel) gantsch stille neer, In GODES welbehagen, En soek U blind'ling aan den Heer Ten offer' op te dragen! De Tucht het sondige verteert: Het Vyer doet veel verbranden; Het kwaad de Ziele niet en deert, Die sig stelt in GODS handen. 2. Syn HERTE blyft dog Vaderlyk: Syn kind'ren mogen denken,, 'T verbond is onveranderlyk; Des sal ons 't kwaad niet krenken, [pagina 136] [p. 136] 3. Het is nog maar een korte tyd, Eer wy den prys behaalen, En na den afgeloopen stryd, Voor Eeuwig Zeegen-praalen! Vorige Volgende