Hondert geestelyke liederen
(1748)–Hieronymus van Alphen– Auteursrechtvrij
[pagina 90]
| |
Gy doch syt de Zielen-SONNE!
D' een'ge lust, en Leevens-BRONNE!
Schuyl voor my niet al te seer!
Myne ziel versmagt ô HEER!
2.
Veel-tyds pleegt GY, u t'ontdekken,
Als Ge 't hert eerst op gingt wekken:
Dit is ook aan my gedaan;
Doch ik moet nog eensaam staan!
'k Weet, Ik heb het seer verdorven;
Dog, nadien GY, (eens gestorven)
Reinigt door uw' Geest en bloed,
Bidd' ik U ‘Maak my ook goed!
3.
'k Legg' my needrig in uw' Handen,
Maak my los van myne banden!
'k Weet, dat werk is boven my!
Stell my door uw' Almacht vry!
Ik verfoeye 't sondig leeven;
'k Wil my in Uw' dienst begeeven;
Niets van allen, blyve 't myn'!
Alles moet het Uwe syn!
|
|