Hondert geestelyke liederen(1748)–Hieronymus van Alphen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende X. Ps. CXXIV:8. Onse hulpe is in den Name des HEEREN, die den Hemel, ende de Aarde gemaakt heeft. Wyse Ps. 33. 1. DEs grooten Scheppers Alvermogen Deed syn, het geen 'er niet en was: En, wat nu sigtbaar is in d'oogen: Kwam op syn woord te voorschyn ras, Hemel, ende Aarde! Daar sig alles schaarde Booven, en beneed'; Toen het WOORD 't hun seide, Toen de GEEST se scheidde, Ging elk naar syn' steed'. [pagina 23] [p. 23] 2. O wyse Maaker, die de palen Die all' de perken van dit Rond, Die all' de hoogtens, all' de dalen, Die elke uure, elke stond, Aldus woudt beperken! Laat ons hert steets merken, Hoe niets by geval, Maar naar d'eeuw'ge Wysheid, Die 't all' tot haar prys leidt, Komt, of komen sal! 3. Vergun' aan ons geopend' oogen, Die 't aller-tyd eenvoudig staan, En die alleenlyk hier nae poogen, Dat s' Uwe wegen gaede slaan! Regte Duyven - oogen, Die niet afgetoogen, Altyd op U sien, En alleenlyk wagten, Om maar te betragten, Wat GY sult gebiên. Vorige Volgende