[Eerste stuk]
Berigt.
Schoon het mogelijk thands het oogenblik nog niet zij, om aan de hervormde Kerk in Nederland liederen en gezangen voor den openbaaren Godsdienst, op eene geregelde en voldoende wijze, te kunnen bezorgen; neemt dit egter niet weg, dat het van veel nut is, vooraf eenigen voorraad te vergaderen en op te leggen; ten einde, uit den overvloed, welke voorhanden zal zijn, ten tijde als zulks gevoeglijker dan nu geschieden kan, door geschikte beoordeelaars eene keuze te laten doen van zulke liederen en gezangen, welke het meest geschikt bevonden worden, voor de onderscheidene gemeenten in ons vaderland. Zal tog zulk eene keuze wel uitvallen, daar alles, gelijk men zegt, geen timmerhout is, dan moet er overvloed zijn; opdat zij, die de gaven des onderscheids bezitten, om zulk eene keuze, menschkundig, poëtisch en godsdienstig, wel te doen, door gebrek niet verlegen staan; wanneer zij zulk een gebouw willen oprigten. Het is goed, dat David verzamele, opdat Salomo de handen des te ruimer, onder het bouwen, hebbe. Beide zijn den Heere des Tempels welgevallig.
Deze gedagte gaf mij aanleiding en lust, om mijne kragten in dit vak te beproeren; en ik ben daarin, in