blz. 56
r. 2-14
De koelheid [...] poëtische genie: dat de koelheid en de handelsgeest van de Nederlanders hun artistieke ontwikkeling in de weg zouden staan is een cliché in de buitenlandse literatuur over Nederland. Vgl. hiervoor bijvoorbeeld: Van Strien, British Travellers en Van der Woud, De Bataafse hut.
r. 15
zo: zowel.
r. 21-24
wij leven onder geenen Griekschen hemel [...] ons: Winckelmann heeft in zijn Gedanken über die Nachahmung der griechischen Werke (1756) beschreven hoe de ‘zachte Griekse hemel’ de bloei van de Griekse kunst heeft begunstigd. De echo's hiervan klinken in veel van de latere verhandelingen na, vooral in Herders Ursachen des gesunknen Geschmacks (1775), waar de opvattingen over de invloed van het klimaat in verband worden gebracht met de ontwikkeling van de smaak. Beide bronnen worden in het vervolg nog aangehaald. Zie ook de algemene toelichtingen bij het eerste stuk van de Verhandeling over het aangeboorne (blz. 169-170).
r. 31-32
dat de vrijheid [...] geweest is: de democratische staatsvorm werd naast het klimaat als een belangrijke factor beschouwd voor de geestelijke ontwikkeling van een volk. Zie ook de toelichting bij r. 21-24.
r. 38
zijnen geest optewekken [...] aanteblazen: Van Alphen maakt hier gebruik van metaforen waarin de dichterlijke bezieling (furor poeticus) doorgaans wordt omschreven. De dichterlijke inspiratie komt ter sprake in het laatste deel van de Verhandeling over het aangeboorne.
r. 43
Het mangelt ons: het ontbreekt ons.