Kleine gedichten voor kinderen
(ca. 1904)–Hieronymus van Alphen– Auteursrecht onbekend
[pagina 35]
| |
[pagina 36]
| |
In 't einde zei ons saartje:
Wel nu, mijn hartediefjes!
Gij kent de vier getijden,
Wat houdt gij voor de beste?
Toen zij mijn zusje mietje,
De tijd is mij de liefste,
Wanneer de boomen bloeien.
Dan krijgt men mooie bloempjes,
Om tuiltjes van te vlechten.
Dan ziet men duizend vogels
Op groene takjes zingen.
Is dat niet in de lente?
De winter, lieve saartje!
Zei pietje, is de beste;
Dan hooren wij vertellen,
En drinken chocolade.
Of eten dikke wafels.
Neen, ik verkies den zomer,
Zei keesje, dan is 't kermis,
Dan hoef ik niet te leeren.
|
|