Zoon en dochter
Een man stapte een moskee binnen en benaderde de Profeet Mohammad (vrede zij met hem). Hij ging tegenover de Profeet zitten en begon te praten, na een tijdje volgden twee van zijn kinderen, een jongen en een meisje, hun vader in de moskee. Eerst ging de jongen binnen en kreeg een liefdevolle kus van zijn vader. Daarna liet hij de jongen op zijn schoot zitten en bleef doorpraten met de Profeet.
Even later kwam de dochter van de man aan bij de moskee. Maar toen ze haar vader genaderd was, kuste hij haar niet of liet hij haar niet zitten op zijn schoot, zoals hij had gedaan met haar broer. In plaats daarvan wenkte hij het klein meisje om tegenover hem te gaan zitten en bleef doorpraten met de Profeet.
De Profeet werd erg bezorgd toen hij dit zag. ‘Waarom behandel je deze twee kinderen niet gelijk?’ vroeg hij aan de man. ‘Waarom kuste je je dochter niet zoals je je zoon kuste, en ook haar op je schoot liet zitten?’
De man begon zich te schamen toen hij de Profeet deze woorden hoorde zeggen. Hij begreep dat hij niet goed had gehandeld tegenover zijn kinderen.
‘Zonen en dochters zijn beide geschenken van Allâh’, herinnerde de Profeet hem, ‘en daarom moeten ze altijd gelijk behandeld worden.’