W.Gs. Hellinga. Voor de geboden mogelijkheid kennis te nemen van dit apparaat ben ik hem bijzonder erkentelijk.
Verder is er onderzoek verricht in de gemeente-archieven van Amsterdam en Den Haag. De heer S.A.C. Dudok van Heel heeft mij menige informatie verschaft. Ook het Staatsarchiv te Hamburg vond waardevolle gegevens. Maar vooral aan de bereidwillige medewerkers van de Amsterdamse Universiteitsbibliotheek ben ik veel dank verschuldigd.
De Deense theaterhistoricus Klaus Neiiendam bracht mij op de hoogte van de publicaties van prof. Torben Krogh; mevrouw Eva Steinaa, de heren John Erichsen en Axel Folger te Kopenhagen waren mij behulpzaam bij het zoeken naar illustraties, evenals dr. Paul Zubek, in het Schleswig-Holsteinische Landesmuseum, Schloss Gottorf.
Terwijl dit boek al ter perse was, bleek dat prof. dr. W. Schrickx te Gent onlangs een affiche met het repertoire van Van Fornenbergh had ontdekt. Hij was zo vriendelijk mij zijn nog niet gepubliceerde artikel toe te sturen, waardoor deze informatie nog kon worden verwerkt. Ik ben hem bijzonder erkentelijk voor deze medewerking.
De direkteur van het Toneelmuseum, Eric Alexander, heeft zich jarenlang ingespannen om de publikatie van dit boek te verwezenlijken. Dit is tenslotte mogelijk gemaakt door vriendelijke adviezen van dr. Willy Pos en van de Raad voor de kunst, afdeling toneel, aan de minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Het verheugt mij in hoge mate dat de vertegenwoordigers van de levende toneelpraktijk van nu geïnteresseerd bleken te zijn in een uitgave die de lotgevallen en de situatie van hun 17de-eeuwse collega's beschrijft. De minister die financiële steun heeft willen verlenen, zeg ik hierbij ten zeerste dank.
Tenslotte ben ik de uitgever-drukker, Chris Schriks, direkteur van De Walburg Pers te Zutphen erkentelijk voor de wijze waarop hij en zijn medewerkers deze uitgave hebben voorbereid. Ik beschouw het als een voorrecht dat dit boek opgenomen kon worden in zijn fonds waarin een steeds groter plaats wordt ingeruimd voor werken op het gebied van de theaterhistorie. Hij neemt daarmee een unieke positie in binnen de Nederlandse uitgeverswereld. De toewijding en de bekwaamheid waarmee hier het oude drukkersen uitgeversvak wordt beoefend, heeft mij voortdurend verrast en verblijd.
Velen hebben bijgedragen tot het verschijnen van dit boek. Maar zonder het geduld en de aanmoediging van mijn vrouw, die me bij de voorbereiding met raad en daad ter zijde stond, had het nooit geschreven kunnen worden.
Hoe graag had ik het eerste exemplaar willen overhandigen aan Willy Pos, wiens vriendschap en kundigheid voor mij van onschatbare betekenis zijn geweest. Hij is veel te vroeg gestorven.
B.A.
N.B. Een uitgebreide toelichting bij de afbeeldingen op de omslag is opgenomen onder de ‘Lijst van afbeeldingen’ op pagina 173.