thans naar tot een afronding te komen van de werkzaamheden binnen een vijftiental jaren. Dit voornemen brengt een beperking van de stof met zich mee; de afleveringen zullen minder uitvoerig zijn. Voor wat betreft de delen, die nu in een tamelijk ver stadium van bewerking zijn, zal dit echter nog niet gelden.
Bij het schrijven van de tekst over Slenaken en omgeving is mede gebruik gemaakt van de gegevens uit een getypt manuscript van wijlen W. Marres (gemeenten ten zuiden van Sittard met beginletters tot en met S), dat zich in het archief van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in Zeist bevindt evenals de meermalen geraadpleegde oudere aantekeningen voor de ‘Voorloopige Lijst’ van J.H.A. Mialaret. Gegevens over grensbebakening zijn aangevuld door de heer T. Brouwer. De algemene inleiding over pre- en protohistorische monumenten van de hand van dr. W.C. Braat in de eerste aflevering van dit werk heeft betrekking op heel Zuid-Limburg, zodat ook in deze tweede aflevering een opsomming van vondsten en opgravingen achterwege is gebleven.
Het kerkelijk kunstbezit is in de laatste jaren al voor een groot deel geïnventariseerd vanwege het bisdom Roermond. Wat de parochiekerken betreft zijn de inventarislijsten van het Bureau voor Kerkelijk Kunstbezit in Driebergen, samengesteld door drs. J. Rouwet, van groot nut geweest. Daarbij kwamen gegevens over kunstvoorwerpen van het klooster te Wittem uit een lijst, samengesteld door pater J. van den Oort en aantekeningen van pater G. Mathot, welwillend ter beschikking gesteld door drs. L. van der Laar, secretaris van het provincialaat van de Redemptoristen te Amsterdam. De heer A.J.M. Himmelreich verstrekte gegevens voor de beschrijving van voorwerpen die terecht zijn gekomen in het Bonnefantenmuseum te Maastricht.
Naast het historische afbeeldingenmateriaal in de vorm van tekeningen, prenten, oude opmetingen en oude foto's werd ook een groot aantal bouwkundige ontwerptekeningen gereproduceerd. Tekeningen van de Akense architecten Mefferdatis, Couven en Moretti, van Schlaun uit Munster, Wincqs uit Brussel, Digneffe uit Luik en Soiron uit Maastricht. Helaas was de directie van het Suermondtmuseum in Aken niet gemachtigd de Couventekeningen afkomstig uit het bezit van de familie Klausener te laten zien, zodat behoudens een reproductie volstaan moest worden met vermelding van deze tekeningen - onder meer kopieën van ontwerptekeningen van Schlaun - op gezag van oudere publikaties. De tekeningen van Moretti voor het huis Clermont en het huis Blumenthal in Vaals in het bezit van graaf A. de Clermont te Parijs zijn gereproduceerd naar calques die door de Provinciale Waterstaat werden gemaakt ten behoeve van de restauratie van het Clermonthuis.
Voor dit werk is incidenteel gebruik gemaakt van archivalia. Verder konden de tekstgedeelten over de geschiedenis van de grote 18de-eeuwse complexen van Vaals worden ‘geïllustreerd’ met een aantal citaten uit geschriften van mensen die deze gebouwen nog nieuw hebben gekend.
Het merendeel van de opmetingstekeningen is gemaakt door de heren T. Brouwer, J.J. Jehee, B.H.J.N. Kooij, H. van der Wal en A.A.M. Warffemius. De meeste tekeningen zijn van de hand van de heer Van der Wal. Deze zijn na zijn pensionering in overleg met de auteur door de heren Warffemius en Kooij nauwgezet gecontroleerd en van arceringen voorzien. Daarnaast kon worden beschikt over enkele opmetingstekeningen van de Stichting Historisch Boerderij-onderzoek te Arnhem.
De heer Brouwer verzorgde ook het kaartmateriaal. Deze kaarten, voor het merendeel getekend naar kadastrale minuutplans, zijn afgedrukt op schaal 1:7500 met uitzondering van een kaart (afb. 184) die tot schaal 1:10000 is verkleind.
De opmetingen zijn, afgezien van details, kleine plattegrond- en situatieschetsjes, op schaal 1:300 afgedrukt, behoudens een (afb. 462) op schaal 1:150 en enkele andere die in verband met hun grootte moesten worden verkleind tot schaal 1:450 (afb. 254) of schaal 1:600 (afb. 44, 135, 160 en 323).