Waterland en omgeving
(1953)–J.F. van Agt– Auteursrecht onbekendZuid- en NoordschermerGroot-schermerGa naar margenoot+ HET RAADHUIS, voorheen RECHTHUIS VAN ZUIDSCHERMER, en het voorm. RECHTHUISJE VAN NOORDSCHERMER vormen sinds de verplaatsing van het laatste in 1939 tezamen één complex. Ga naar margenoot+ geschiedenis. De plaats Groot-Schermer bestond vroeger uit twee dorpen, nl Zuidschermer en Noordschermer, elk met een eigen rechthuis. Deze gebouwtjes, blijkens muurankers resp. daterend uit 1639 en 1652, waren er in de loop der jaren niet fraaier op geworden; zo werden zij o.a. ontsierd door een lelijke pleisterlaag. Bij de restauratie in 1939 heeft men het voormalige rechthuisje van Noordschermer, op de fundering na, afgebroken en achter het raadhuisje weer opgebouwd; de beide gebouwen verbond men aan elkaar door een nieuwe tussenvleugel. Men bracht weer kruiskozijnen aan en gaf de tijdens de 18de eeuw gewijzigde gevelbeëindigingen van het raadhuis de vorm, welke zij volgens oude afbeeldingen bezeten hadden (tekeningen door C. Pronk, 1720, en H. de Winter, 1743, in de collectie van de met de restauratie belaste architect, wijlen A.A. Kok te Amsterdam). De funderingen van het voormalige rechthuis van Noordschermer aan de noordzijde van het dorp is omwille van het historische belang geconserveerd (van der aa, blz 147. - N.H. Oudh., II, 1, blz 53). Ga naar margenoot+ Het raadhuis, pl LXXXIII, opgetrokken van baksteen met toepassing van natuursteen heeft, evenals de raadhuizen van Graft, Jisp en De Rijp en eertijds het raadhuis van Assendelft, topgevels aan drie zijden. De op het O. gelegen voorgevel en de zuidelijke zijgevel zijn trapgevels. De andere iets eenvoudiger behandelde met bakstenen rollagen afgedekte zijgevel heeft een in- en uitgezwenkte, halverwege onderbroken contour. De muurvlakken worden horizontaal geleed door enige waterlijsten, terwijl uitspringende hoek- en boogblokken van natuursteen en terugliggende boogtrommels boven de vensters zorgen voor enig relief; dit laatste in tegenstelling met het negen jaar oudere raadhuis van de Rijp, waar reeds duidelijk de voor de gevorderde 17de eeuw kenmerkende verstrakking blijkt uit de vlakkere gevelbehandeling. In de zuiderzijgevel muurankers met anno / 1639. Boven de korfbogige hoofdingang een gepolychromeerd natuurstenen relief met een voorstelling van de haringvangst en onder het zoldervenster een steen met de allegorische figuur van de Gerechtigheid. De toppilaster van de voorgevel, waaraan een smeedijzeren hijsbalk is bevestigd, droeg eertijds een schildhoudende leeuw. | |
[pagina 173]
| |
De naar het N. gekeerde voorgevelGa naar margenoot+ van het voorm. rechthuisje van Noordschermer heeft een door bakstenen rollagen afgedekte beeindiging boven een horizontale waterlijst; de toppilaster wordt bekroond door een schildhoudende leeuw. Boven de met natuurstenen hoekblokken verlevendigde rondboogingang bevinden zich een gepolychromeerd reliefje met de allegorische figuur van de Gerechtigheid
Afb. 43. Grootschermer. Herv. Kerk, 1762
en jaartalankers met 1652, welk jaartal bovendien in de sluitsteen voorkomt. Het kruisvenster wordt afgedekt door een ontlastingsboog, welke twee kleinere bogen omvat. De getorste schoorsteen op de achtergevel is een product van de restauratie. De schouw in het raadhuis is samengesteld uit van elders afkomstige oude fragmenten.Ga naar margenoot+ Te vermelden is nog een eiken kast met een gesneden rococokuif, XVIIIc.
DE HERVORMDE KERK is een driezijdig gesloten georienteerd zaalkerkje,Ga naar margenoot+ afb 43, met een houten torentje op de westgevel (Oudh. en Gest., II, blz 52. - Teg. Staat, VIII, blz 390. - N.H. Oudh., II, 1, blz 52. - Gen. en Herald. Gedenkw., III, blz 309/10). Een steen boven de ingang vermeldt het bouwjaar 1762. De steunberen hebben eenGa naar margenoot+ ingezwenkte buitenlijn. Hoogst eigenaardig zijn de bakstenen vullingen van de rondboogvensters, een soort ontaarde tracering, welke blijkens het nog oude glas voor een deel origineel kan zijn. De vloer is geplaveid met zerken. De kerk bezit: Eiken zeskantige preekstoel, XVIIa, pl LXVIII, 161; hetzelfde type als die vanGa naar margenoot+ Medemblik; de panelen van de kuip versierd met gesneden reliefs met voorstellingen van de verspieders van Kanaän; Kore, Datan en Abiram (Numeri 16/7); de Koperen Slang; Balaäm en de ezel; en de Wegvoering in de Babylonische gevangenschap (?). Eiken doophek en -banken, XVIIIa.Ga naar margenoot+ Koperen doopboog, XVIId, met het gemeentewapen tussen dolfijnen; koperenGa naar margenoot+ lezenaar, XVIId; koperen lezenaar met het opschrift gegoten door borghart in enghuisen en mrs 1764; koperen doopbekken met -houder, XVIId; koperen zandloperhouder, XVIId. Enige eiken kerkbanken, XVII.Ga naar margenoot+ Drie koperen kaarsenkronen, een koperen blaker en twee koperen kaarsenarmen;Ga naar margenoot+ alles XVIId. In de toren een 17de eeuws uurwerk.Ga naar margenoot+ De klok, diameter 110 cm, heeft als randschrift: dirck claesen scheepen endeGa naar margenoot+ jan lubbertsen vroetschap der dorpe schermer anno 1648 in augustus assvervs koster me fecit amstelredam, en tweemaal het oude en tweemaal het nieuwe wapen van het dorp.
Grenspaal, XVIII, met de wapens van Schermerhorn en Groot-Schermer (vgl blz 127 en De Speelwagen, 1951, blz 266 en 1951, afb t.o. blz 121). |
|