De Gids sinds 1837 verschijnt in de reeks Schrijversprentenboeken van het Letterkundig Museum. Het wijkt in omvang af van de eerdere delen van deze reeks. Al werd de geschiedschrijving van honderdvijftig jaar De Gids zo beknopt mogelijk gehouden, toch was er, vergeleken met eerder verschenen Schrijversprentenboeken, uit de aard der zaak veel tekst nodig. De illustraties houden zoveel mogelijk verband met de tekst. Ze werden gekozen door Arie Pos, die ook de informatieve bijschriften schreef. Waar nodig zijn relevante passages uit handschriften in de bijschriften samengevat of getranscribeerd. De lay-out is van Kees Nieuwenhuijzen.
Aantekening
In de tekst wordt van veel Gids-bijdragen vermeld in welke maand(en) of aflevering(en) ze verschenen zijn. Achter citaten uit die bijdragen worden steeds het jaar, het Gids-deel en de pagina genoemd.
Van 1837 tot en met 1847 zijn de maandelijkse Gids-afleveringen per jaar gebonden in een deel Boekbeoordelingen (b) en een deel Mengelingen (m).
Van 1848 tot en met 1862 zijn de maandelijkse afleveringen een halfjaar doorgepagineerd en jaarlijks gebonden in twee Romeins genummerde delen.
Van 1863 tot en met 1949 zijn de maandelijkse afleveringen per kwartaal gepagineerd en gebonden in vier Romeins genummerde delen. Tot 1896 is de inhoudsopgave nog per maand, daarna enkel per kwartaal vermeld.
Van 1950 tot en met 1970 zijn de afleveringen weer per halfjaar gepagineerd en gebonden in twee Romeins genummerde delen. Vanaf 1962 telt een jaargang geen twaalf, maar tien afleveringen. Vanaf 1965 is op elke aflevering niet meer de maand, maar enkel het nummer vermeld.
Vanaf 1971 loopt de paginanummering gedurende de hele jaargang door. De tien afleveringen worden niet meer naar deel, maar naar hun nummer onderscheiden.