Zwervers verzen(1904)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] II. Meer! Wij hebben de zee, wij hebben het duin, En de wind en de stormen, Wij hebben de heerlijke oneindige tuin Van de weerld en al de vormen Van de immer bloeiende groene Aarde en - o zon uw genade -! O! maar wij willen nog meer - nog meer: - Wij willen een vrouw om te zoenen! Vecht! vecht voor je geluk kameraden! Wij hebben de hemel en de eeuwige lach Van de tintlende aarde, En de rijpe honigkorf van de dag, Die de stralende gaarde Bedruipt - die druppelt tusschen De vurig glanzende bladen -! O! maar wij willen nog meer - nog meer: - Wij willen een kind om te kussen! Vecht! vecht voor je geluk kameraden! [pagina 60] [p. 60] Wij hebben een hoofd - wij hebben bloed Dat stroomt door de dagen, Wij hebben oogen om te zien en moed Om het leven te dragen, En een lijf om het leven te geven, En een hart - zoo vol geladen -! O! maar wij willen nog altijd meer: - Wij willen 't geluk van te leven! Vecht! vecht voor je geluk kameraden! '02. Vorige Volgende