Zwervers verzen(1904)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] XXI. Rust. Tot aan u ben ik opgeklommen Klare verlatenheid - Alle diepe rumoeren verstommen Nu voor altijd. Aan uw doodstille avondlampen Heb ik mij neergeleid - Van alle bedroevende rampen Ben ik bevrijd. Mijn rustige vingers vouwen Zich tot tevredenheid - Zijt gij nog om mij trouwe Werkelijkheid? Val van mij gij zwakke wanden, Armlijke veiligheid - Mijn gelukkige handen Tasten geen tijd. Waar zijn nu alle dingen - Waar is verscheidenheid - - - - - - - - - - - - - - Blijf aan mijn lippen lichtende kringen Der Eeuwigheid! Vorige Volgende