Zwervers verzen(1904)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] XIX. December. Al de bladers zijn verdronken In het water, in de regen, En het donker bosch gaat open, En de droppelige stronken Staan verlaten van de wegen - Kille winter laat één sprokkel Aan een hart dat niet mag hopen! Al de zon is uitgeblonken, En het jaar is heengezegen, En mijn handen zijn nog open, En mijn hart is leeggeschonken, En het heeft niets weergekregen - Schemer laat één lichte sprankel Aan een hart dat niet mag hopen! En de dag is neergezonken, En de nacht is opgestegen, En mijn oogen zijn nog open, En zijn duizend witte vonken Hebben zoo doodstil gezwegen - Klare nacht laat ééne starre Aan een hart dat niet mag hopen! Vorige Volgende