Zwervers verzen(1904)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] XV. Aarde! Aarde! aan u ben ik geboren - Aarde! u wil ik toebehooren Als het ruischend geboomte! Aarde! laat me in uw aangezicht blikken, Aan u wil ik immer lachen en snikken Als de levende beken! Aarde! aan uw bedding ben ik gezonken, Beur me uit uw geurende schoot, dronken Als uw bonte gebloemte! Aarde! aan uw stranden wil ik rusten, Draag me aan uw brandende kusten Als de stormende golven! Aarde! blaas me uit uw bloeiende dalen Boven op uw bergen, om adem te halen Als de hijgende winden! Aarde! laat me in uw nevelen klimmen Tot aan al uw stralende kimmen Als een bloedende wolk! [pagina 28] [p. 28] Aarde, aarde! noem mij de namen Van hen die weenen en breng ons te zamen Als het vuur en het water! Aarde! mijn vragende lippen dorsten Naar al uw dampende borsten Als het licht van de lente! - Aarde! laat me uit de Eeuwigheid rollen Boven op uw glanzende schollen Om er te sterven! Vorige Volgende