Zwervers verzen(1904)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] IV. De Moede. Mijn lijf is mat, Mijn oogen zoeken In alle hoeken - Ik weet niet wat. Een zwakke lach Valt van mijn wangen - Ik ben gevangen Met éénen slag. Alles verstomt, Alles wordt duister - O luister - luister! De wanhoop komt. De wanhoop sart Me en wil 't beslechten - Help gij mij vechten Mijn dapper hart! Steun gij mij weer - Keer het ten goede - Ik ben zoo moede - Ik kan niet meer! Vorige Volgende