Zingende stemmen(1916)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Het toevallig Geluk Door de nachtelijke stad, Langs verlaten wegen, Vult mijn geest zich met den schat Van een stillen zegen. Nog gebogen door den druk Van het menschenleven, Vind ik menschelijk geluk, Waar geen menschen streven. Uit het troostelooze zwart En uit donkre hoeken Daalt de vrede in mijn hart, Dat moe is van zoeken. Vorige Volgende