Uit stilte en strijd(1909)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] XXII. Antwoord. Ach kind: waarheid en leugen Zijn altijd wat verward, Want geen van beide deugen Ze alleen voor 'n menschenhart. Weef tussche' uw hart en 't leven Het kleed van schoone schijn - De bloemen daar geweven Zullen de ware zijn. Als andren ze anders noemen Hebben zij ook gelijk - Het zijn nu eenmaal bloemen En leugens tegelijk. Wat deert het of het waar is Zoo 't u wat moois verhaalt - Als 't kleed ten leste klaar is Wordt 't toch weer uitgehaald. Niet gansch uw oogen sluiten, Alleen maar meer of min: - 't Is binnen niet, niet buiten, Maar altijd middenin! Vorige Volgende