Eerste oogst(1912)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] LII. Episch fragment. De Zondagmiddag is vol waardigheid; - De feestlijkheid der mensche' is de aardigheid Van heel den langen lieven dag: de grond Is schoon van 't waaie' en hard en grijs, maar blond In 't park, of bruin van platgetreden blâren - Een zacht tapijt voor wandelaars; - de klare En vriendelijke zon lacht in het blauw Der lucht - witgepenseeld, - de bitse kou Bijt in de roode wange' als appels, de oogen Zijn vol van 't versch Novemberweer, de droge Fleurige weg is vol van kleur, de schoenen Kraken, de stijf-satijnen rok ruischt, zoenen Klappen soms. - - - - - - - - - - - - - - Zie! - de man, de vrouw, de kinders, - De hupsche kleine' als opgezette vlinders - Wandelen knus, pleizierig-ferm, maar deftig Vooral, in 't openbaar, - geen mensch is heftig; De mindre man - kleiner gefortuneerd, Die toch, gezete', in goeden doen verkeert - Drijft zachtjes naast zijn vrouw den kinderwagen Vóór zich, tevrede' in ernstig welbehagen; De dienstmaagd vrijt - zij heeft haar dag - en pronkt Aan de' arm van een soldaat, - langs zijn rug lonkt Ze heel gezellig kneutrig naar een ander, Een kameraad, - 't lijkt: alles kent elkander; Soms glipt een gladgepoetste equipage Ietwat stoutmoedig voort langs zoo'n vrijage; - [pagina 69] [p. 69] Hoog boven allen gaan de drukke sportlui, Ook Zondagsch aangedaan met witte trui. - - - - - - - - - - - - - - Elk denkt aan 't zijn': - de man aan zijn pantoffels, Zijn borrel, 't maal, - zijn vrouwtje aan de stoffels Van dienstbode' en aan de kleintjes, - en let Op Jan en Jans, die in de Zondagspret Kleine geheimpjes wete', of bluffe' op 't pak, Of Pa's geleerdheid, - denke' aan school; - - - - - - - - - - - - - - - De strak- Gespannen lucht verflenst: een baljapon, Die langzaam kreukt uit de effen plooi; de zon Staat in het scheemrig West en krijgt een kleurtje, En hier en daar aan straat klapt al een deurtje Dicht, en 't gezin is in het warrem hokje En Ma belooft bij 't avondspel een grogje. - - - - - - - - - - - - - - Ai! ai! ai! kindre' op Zondag's hobbelpaard, Weest toch bedachtzaam, en bedaard - bedaard! Vorige Volgende