Eerste oogst(1912)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 55] [p. 55] XLVII. De ontmoeting. Wit was de hemel als melk, Zilverbeslagen, Schoon was de aarde, en welk Bij de bosschagen, - Een geitje blaatte, een fijn gerucht, Een jong geluidje in de lucht! Blauw was de herfstige hemel, Zilvergeluifeld, IJl was het zonnegewemel, Lichter bestuiveld, - Een koetje loeide van nabij, Een frisch geluid in Holland's wei! Toen werd de hemel heel goud, Gulden de wereld! Geel was het fonkelend hout, Zilverbepereld! - Een vogel floot op de oude heg, Een windje blies de wolken weg! [pagina 56] [p. 56] Wijd was de hemel, eindeloos, Wijd was de aarde! Klein was het hartje, hopeloos, Dat niet bedaarde: - Een kindje schreide, - vroeg me om geld, Een klein geluidje in 't groote veld! Vorige Volgende