Eerste oogst(1912)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] XI. Zonsverduistering. Een zwarte vlam zal 't klare licht bederven, Een matte schemer gaat de lucht besmeuren, De kwijnend-zieke zon verbleekt van kleuren, - Dood hangt de lucht in bange doode verven; De menschen meenen, dat hun God gaat sterven, Reeds komt de donkre satan 't doodshemd sleuren: Wat gaat hun bevend bonzend hart gebeuren, Als zij hun God en licht - en leven derven! Menschen op áárde viert uw God zijn feest, Die nog uw slechte ziel en blikken kluistert, Dien gij nog mint, en haat, - en immer vreest: Een bleek brok geld heeft ziel voor ziel verduisterd En spreidt zijn gier'ge grijns om ieders geest, Dat elk slechts 't eigen kloppend hart beluistert. Vorige Volgende