Eenzame liedjes(1906)–C.S. Adama van Scheltema– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] XXV. De nachtegaal. Door de avondwereld Gaat geen geruisch - Alleen één vogel Gaat stil naar huis. Een purper boompje Staat heel alleen - Daar vliegt op eenmaal Een vogeltje heen. Dat gaat aan 't zingen - Dat zingt zoo hard - - Dat zingt weer wakker Mijn arme hart! Vorige Volgende