Gedichten. Deel 3b. Apparaat

[p. 1307]

Appendix B

[p. 1309]

[1] De duidelijke Dr of geharrewar met Zeydje

Overlevering

M

Typoscript, collectie J. Vermeulen,

H-28.

Datering

Tussen februari en juni 1946

Leestekst

M

Ingreep

12

caféterrassen

<

caféterassen

Commentaar

^1

M maakt deel uit een verzameling typoscripten, die jan Vermeulen in april/mei 1946 heeft vervaardigd. Het staat vast dat het gedicht niet voor publicatie bestemd is geweest. De autorisatie van het gedicht is onzeker.

^2

In 1945 werd de Lucy B. en C.W van der Hoogtprijs toegekend aan Ida Gerhardt voor haar bundel Het veerhuis. In Vrij Nederland van 19 januari 1946 publiceerden Bertus Aafjes, Ed. Hoornik en M. Vasalis een protest tegen de toekenning (‘Verkeerde keuze’). Zij waren van mening dat Achterberg de prijs had moeten krijgen en kondigden de instelling van de ‘Pinksterprijs’ aan (zie § 27.1). Op het protest volgden reacties van M. Mok en M.H. van der Zeyde (‘Twee protesten tegen een protest’, in Vrij Nederland van 2 februari 1946). Van der Zeyde schreef onder meer: ‘Ik vind Achterberg een bizonder dichter, en ik geef onmiddellijk toe, dat zijn vers duisterder, raadselachtiger, psychologisch interessanter, en daardoor voor een aantal “moderne lezers” boeiender is dan dat van Ida Gerhardt. Maar dat hij zich daarom op een hoger niveau beweegt zie ik niet in. [...] Het lust mij overigens niet om de “niveaus” van Ida Gerhardt en Achterberg tegen elkaar te gaan afwegen; dit is een kwestie waarin men elkaar trouwens moeilijk overtuigen zal. Maar waarom deze verwarrende, onzuivere factor in het geding te brengen, waarom zijdelings de betrokken commissie van incompetentie of partijdigheid te betichten? Hadden Aafjes, Vasalis en Hoornik toch eenvoudig gezegd: de verzen van Ida Gerhardt interesseren mij niet, ik geef niet om haar “natuur”, ik weet niet eens hoe een hazelaar eruit ziet, ik zit liever op een caféterras dan in een Hollandse wei [...]’.