| |
[1014] Drieluikje voor Jany
Overlevering
M1 |
Typoscript, oorspronkelijk bij brief aan B. Bakker, 23 februari 1958. |
M2 |
Typoscript, kopij T2, H-110. |
P |
Proef T2, H-111. |
T1 |
Maatstaf 6 (mei/juni 1958), p. 242. |
T2 |
De gids 121.1 (mei/juni 1958), p. 434. |
D |
Verzamelde gedichten8, p. 1006. |
| |
| |
| |
Datering
Vóór 23 februari 1958
| |
| |
Ingrepen
Nummers toegevoegd
| |
Varianten en correcties
i |
|
Nummer [ontbreekt] 1 T1-D |
|
3 |
Ver over zee > Ver aan de kim T1-D |
|
ii |
|
Nummer [ontbreekt] > ii T1-D |
|
|
iii |
|
Nummer [ontbreekt] > iii T1-D |
|
| |
Commentaar
1 | In dit gedicht zijn verschillende allusies op het werk van A. Roland Holst verwerkt. Er zijn geen letterlijke citaten die eenduidig op bepaalde passages zijn terug te voeren, met uitzondering van nr. 1, r. 1 ‘Leeuw van oud licht’ (ontleend aan het eerste gedicht uit afdeling v van Een winter aan zee (1937)) en nr. iii, r. 2 ‘... nu blijven [/] zij beiden weer bij mij’ (ontleend aan r. 29-30 van het gedicht ‘Wedergeboorte’ uit de bundel Voorbij de wegen (1920)). De slotregels van nr. iii vertonen bovendien verwantschap met de gelegenheidsversies van [911] ‘Ichthyologie’ (zie aldaar, noot 3). Van A. Roland Holst bevindt zich in Achterbergs boekerij onder meer de bloemlezing In ballingschap. Keuze uit eigen werk. Den Haag/Antwerpen, 1955 (Ooievaar 16). |
2 | Eind 1957 had Bert Bakker de redactie van De gids voorgesteld een gezamenlijk nummer van Maatstaf en De gids uit te geven in verband met de zeventigste verjaardag van A. Roland Holst op 23 mei 1958. Nadat op een bijeenkomst in het begin van januari 1958 overeenstemming was bereikt over de samenstelling van het nummer, schreef Bakker aan Achterberg: ‘Denk aan Jany. Sluitingsdatum 15 maart. Je móét er in!’ (13 januari 1958). Op 23 februari stuurde Achterberg het gevraagde gedicht: ‘hierbij het drieluikje. Mocht het niet aan het gestelde doel beantwoorden, stuur je het dan even terug?’ Achterberg heeft M1 aan Bakker gestuurd, die vervolgens een afschrift (M2) zal hebben doorgezonden naar De gids. Mogelijk heeft M1 als kopij voor Maatstaf gediend. Het gedicht verscheen in beide afleveringen in de rubriek ‘Receptie’. Zie verder § 48.1. |
3 | De inhoud van de Maatstaf- en De gids-aflevering is vrijwel identiek. De afleveringen zijn apart gezet, reden waarom hier beide tijdschriften opgenomen worden. In 1958 verscheen het Roland Holst-nummer ook nog in boekvorm: A. Roland Holst zeventig jaar. Red. B. Bakker e.a. Den Haag/Amsterdam, [1958].
|
| |
| |
| Het boek is gezet van hetzelfde zetsel als de De Gids-aflevering en wordt hier verder buiten beschouwing gelaten. |
4 | Dit gedicht is vertaald in het Spaans door F. Carrasquer. |
|
|