Gedichten. Deel 3b. Apparaat

[889] Myopie

Overlevering

M^1	Manuscript, H-75.
T	Maatstaf 1 (mei 1953), p. 100.
M^2	Typoscript, kopij D^1, H-76.
P	Proef D^1, H-78.
D^1	Cenotaaf, p. 36.
M^3	Kopij D^2, H-112.
D^2	Cryptogamen 4, p. 112.
M^4	Kopij D^3, H-122.
D^3	Verzamelde gedichten, p. 813.

Datering

Vóór 5 september 1952

Leestekst

T

[p. 863]

Varianten en correcties

M¹ a-g potlood

Titel	M^1 I	a	[ontbreekt]
	II	b	Allopie
		g	Myopie
	T-D^3		|	|

1	M^1 I	a	Mijn ogen gaan plaatselijk open			[		◦	]^+
	II	b	Plaatselijk gaan mijn ogen		naar	u	open
		b	[	]	{bij}	[			]
		c	Ik tref u nog alleen plaatselijk aan.
	T-D^3		|				|

2	M^1 I	a	over het dicht gebied [breekt af]^+
	II	c	Een grote wegbocht kan^+
		c	De bochten in de weg met struikgewas
	T-D^3		|	|
			[M^1 I, r. 1-2 werden tezamen (fase b) doorgehaald]

3	M^1 II	c	lijnen u of		[	◦	]	ik merk	het pas
		d	[	]	maar			[ik] be[merk]	[	]
	T-D^3		|							|

4	M^1 II	c	[	◦	]
		d	bij het omzien, een eind van u vandaan.
	T-D^3		|		|

4/5	M^1 II	c	[strofewit]
	T-D^3		|	|

5	M^1 II	c	Het kan ook zijn dat op een plein		[breekt af]^+
		d	[	]	spontaan
	T-D^3		|			|

6	M^1 II	d	[	◦	]	pas
		d	uw voetstap klinkt met een bekende			kras^+
		d	[				].
	T-D^3		|				|

7	M^1 II	d	als	ik mijn ogen opsla gaat gij ras
		d	A[ls]	[	]
	T-D^3		|		|

8	M^1 II	d	verloren in een		ander	vol bestaan
		d	[	]	[ander]s	[	]:
	T-D^3		|				|

8/9	M^1 II	d	[strofewit?]
	T-D^3		[strofewit]

+ [? op [ ◦ ]]

+ [? door dicht]

+ [? door kan]

+ [? door de regel]

+ [? door kras]

[p. 864]

9	M^1 II	d	een vrouw doet boodschappen, doch in uw tijd
		f	[	].
	T-D^3		|	|

10	M^1 II	d	ik ben u tussen al de andren kwijt
		e	[x]ij	is bij deze bezigheid in strijd
		f	Z[ij]	[	]
	T-D^3		|		|

11	M^1 II	e	met de waarnemingswetten	;	als	zij niet
		f	[	].	A[ls]	[	]
	T-D^3		|				|

12	M^1 II	e	verdwenen was en gij haar niet verliet
	T-D^3		|	|

13	M^1 II	e	zou ik u naderen en vragen om
	T-D^3		|	|

14	M^1 II	e	handtekening		en	ander eigendom.
		e	[	]	of	[	]
		e	persoonsbewijs		[		]
	T-D^3		|				|

Commentaar

^1	Zie [886] ‘Valuta’, noot 2.
^2	Dit gedicht werd, samen met [891] ‘Keldergat’ en [896] ‘Clair-obscur’, gepubliceerd in de mei-aflevering van Maatstaf 1953. Zie verder § 39.4.1.