De zangvogeltjes. Deel 7(1899)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende 19. Lente's aankomst. Frisch en opgewekt. 1. Het groen ont-plooit, Het groen ontplooit De sneeuw ont- dooit, De sneeuw ont-dooit. De zon schiet war - mer 2. Het beek - je springt, Het beek-je springt, De vo - gel zingt, De vo - gel zingt, Wij aêm - en zoe - te 3. Wij juub - len blij: Wij juub-len blij: Zoet lent - ge- tij, Zoet lent - ge - tij, Heb dank voor al uw [pagina 30] [p. 30] 1. stra - len! Het groen ont-plooit Het groen ont-plooit, De sneeuw ont - dooit, De sneeuw ont-dooit, De zon schiet war - mer stra - len! Vaar - wel nu, bar - re win - ter-tijd! De schoo-ne len - te komt ver-blijd 2. geu - ren. Het beek- je springt, Het beek - je springt, De vo - gel zingt, De vo - gel zingt, Wij aê - men zoe - te geu - ren. Wij wor- den, zij 't ook hier en daar, In 't eerst zoo dood-sche veld ge -waar 3. ze - gen! Wij juub-len blij, Wij juub-len blij: Zoet lent - ge - tij, Zoet lent - ge - tij, Heb dank voor al uw ze - gen! Wij stem-men met de voog - len in; Wees wel-kom, schoone ko - nin - gin! [pagina 31] [p. 31] 1. Met al haar ze - gen da - len! Met al haar ze - gen da - len, Met al haar ze - gen da - len, Met al haar ze - gen da - len! 2. Ver - scheiden - heid van kleu-ren. Ver - schei-den - heid van kleu-ren, Ver - schei - den - heid van kleu - ren, Ver - schei-den - heid van kleu-ren. 3. Ver - toon u al - ler we - gen. Ver - toon u al - ler we - gen, Ver - toon u al - ler we - gen, Ver - toon u al - ler we - gen. Vorige Volgende