Voorbericht.
‘De kunst kent geen vaderland.’ Dit mag ook ten onzent toegepast worden op de Liederen voor de Jeugd van Franz Abt, waarvan reeds zoo velen bij den Uitgever dezes in de ‘Zangvogeltjes’ verschenen.
Thans, bij het einde zijner muzikale loopbaan, heeft de Componist eene Bloemlezing verzameld van de nieuwste zijner melodieën. Erkentelijk voor de groote belangstelling, die zijn vroegere arbeid hier ondervinden mocht, biedt hij ook deze Liederen der Nederlandsche Jeugd als een aandenken aan.
Dat deze gave eene even vriendelijke ontvangst vinden moge als de vroegere ‘Zangvogeltjes’, is de bescheiden wensch van Vertaler en Uitgever.