De zangvogeltjes. Deel 6(1896)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] 20. Gegroet, Heer Maart! Matige beweging. 1. Sneeuw-klok - jes luiden In storm en wind; Dat moet be- duiden: De lent' be-gint. Schoon sneeuw en regen Zich sa - men-paart - Gij brengt ons zegen:}Gegroet, Heer Maart! -- Gegroet, -- Heer Maart! -- Gegroet, Heer Maart! 2. Schoon bui - en kruien In donk - re lucht, En uit het zui-en Geen windje zucht; Gij lacht soms zoetjes, Al roert ge uw staart, En schenkt ons groetjes:}Gegroet, Heer Maart! -- Gegroet, -- Heer Maart! -- Gegroet, Heer Maart! 3. Schoon ge ook moogt razen, En knort en bromt - Wat baat uw blazen? De len-te komt. Gij baant haar wegen In veld en gaard - Dies klinkt u tegen:}Gegroet, Heer Maart! -- Gegroet, -- Heer Maart! -- Gegroet, Heer Maart! Vorige Volgende