De zangvogeltjes. Deel 6
(1896)–Franz Abt– Auteursrecht onbekend
[pagina 17]
| |
duin en strand. 'k Zie gaarne uw akkers, goudgeel graan, En
staar met lust uw kud-den aan. Ik heb u lief, mijn
Vaderland! Ik min uw vlak-te, duin en strand! Ik
dier - baar pand, Een erf - nis van het voor - ge - slacht, Dat
u uit slib te voorschijn bracht. Ik heb u lief, mijn
Vaderland! Gij zijt mijn hart een dier - baar pand! Ik
nij - vre hand; Uw kin-dren hoeven el - ders niet Te
zoe - ken, wat gij ruimschoots biedt. Ik heb u lief, mijn
Vaderland! Gij vult met spijs de nij - vre hand! Ik
de eendrachtsband! Uw rust en vreê blijve on-ge-stoord, En
gij een rijk ge - ze-gend oord! Ik heb u lief, mijn
Vaderland! Uw kroost omstrengel de eendrachtsband! Ik
| |
[pagina 18]
| |
heb u lief, mijn Vaderland! Ik min u vlakte, duin en
strand!}of{duin en strand!
heb u lief, mijn Vaderland! Gij zijt mijn hart een dierbaar
pand!}of{dier - baar pand!
heb u lief, mijn Vaderland! Gij vult met spijs de nij - vre
hand!}of{nij - vre hand!
heb u lief, mijn Vaderland! Uw kroost omstrenge de eendrachts-
band!}of{de eendrachtsband!
|
|